De zaak was aangespannen door een vrouw. Een rechter had haar de opdracht gegeven om langdurige anticonceptie te nemen, bijvoorbeeld door een anticonceptiestaafje in de arm te laten zetten. Dat staafje geeft hormonen af en daardoor zou ze enkele jaren niet zwanger kunnen worden.
Wvggz
De rechter baseerde zich op de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Maar die biedt daar geen ruimte voor, oordeelt de Hoge Raad nu. De wet is er niet om “onverantwoord ouderschap” te voorkomen of een kind te beschermen. De enige situatie waarin verplichte anticonceptie wel mag, is wanneer de zwangerschap medisch onverantwoord is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij levensgevaar voor de vrouw of wanneer er risico is op “ernstig lichamelijk letsel of ernstige psychische schade voor de betrokkene”.
De rechtbank moet nu opnieuw naar de situatie van de vrouw kijken, en opnieuw beoordelen of hier sprake is van zo’n noodsituatie. (ANP)