Dat maakt de overstap van basisartsen naar een specialistenopleiding buiten het ziekenhuis minder aantrekkelijk. Dit is de meest in het oog springende uitkomst uit het recentelijk gepubliceerde vergelijkingsonderzoek van SBOH naar het salaris en andere arbeidsvoorwaarden van aios en basisartsen.
Inkomensterugval
Concreet betekent het dat een basisarts met een aantal jaren ervaring in de medische sector (inmiddels gemiddeld vier jaar) een inkomensterugval te verwerken krijgt tussen de 571 euro en 2.552 euro bruto per maand wanneer wordt gestart met een vervolgopleiding via SBOH.
Deze inkomensterugval is het gevolg van een lager basissalaris en het niet volledig meenemen van ervaringsjaren bij SBOH. De inkomensval werkt daarmee een situatie van ongewenste concurrentie in de hand.
Bevestigt de gedachte
Kees Esser, voorzitter Raad van Bestuur van SBOH: “Het onafhankelijke onderzoek dat FWG Progressional People in opdracht van SBOH en in nauwe afstemming met werknemersorganisatie Landelijke vereniging Artsen in Dienstverband (LAD) heeft uitgevoerd, bevestigt wat wij al dachten.”
“Als arts in opleiding tot specialist werkzaam buiten het ziekenhuis ben je financieel slechter af dan collega’s en basisartsen in het ziekenhuis. Dat is heel onwenselijk, zeker wanneer je bedenkt dat er een steeds groter tekort is aan huisartsen, jeugdartsen en andere artsenberoepen die dicht bij de mensen in de samenleving staan”, aldus Esser.
Overheid
De overheid wil de komende jaren een verschuiving van de zorg uit het ziekenhuis naar buiten het ziekenhuis bewerkstelligen. Doordat er meer aandacht moet zijn voor het voorkomen van ziektes zijn er juist meer artsen buiten het ziekenhuis nodig.
Aangezien SBOH bijna helemaal wordt gefinancierd via beschikbaarheidsbijdragen van de NZa en subsidies van VWS, is het ministerie van VWS aan zet om de salarisverschillen op te lossen. Om een gelijkwaardige arbeidsvoorwaardenregeling in de cao SBOH te krijgen, is er per 1 januari 2024 een salarisverhoging van minimaal vijftien procent nodig.