Het onlangs bereikte onderhandelaarsakkoord medisch-specialistische zorg (MSZ) vraagt om een goed hoofdlijnenakkoord voor de eerste lijn, volgens eerstelijns organisaties. “Het kan niet zo zijn dat er met de ziekenhuizen afspraken gemaakt worden over het verplaatsen van zorg naar de eerste lijn en thuis, zonder goede afspraken over het opvangen van die zorg door de huisarts”, aldus Ella Kalsbeek, voorzitter van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV).
De LHV en InEen, vereniging voor eerstelijnsorganisaties, vinden het positief dat er een hoofdlijnenakkoord over de MSZ is bereikt. “Landelijke akkoorden kunnen behulpzaam zijn om regionaal tot goede afspraken te komen die de zorg voor patiënten verbetert, en dan moet er wel ruimte zijn voor een inhoudelijke agenda”, zegt Jan Frans Mutsaerts, vicevoorzitter van InEen. De LHV en InEen pleiten voor een hoofdlijnenakkoord waarin zeven punten centraal staan, die moeten leiden tot betere patiëntenzorg.
De punten zijn: zorg voor kwetsbare groepen; zorg op de juiste plek; preventie; werk- en regeldruk; arbeidsmarkt; gegevensuitwisseling en vernieuwing kwaliteitsbeleid. “Als we hierover afspraken kunnen maken, dan komt er meer tijd voor de patiënt en kunnen de huisartsen verder met de regionale invulling van de plannen. Zonder deze duidelijkheid staat de kwaliteit van de huisartsenzorg onder druk, helemaal als de huisartsenzorg verder wordt belast met extra taken en verantwoordelijkheden”, aldus Kalsbeek.
Passende investeringen
Voor Kalsbeek is het verder heel belangrijk dat er afspraken komen over de uitvoering van de afspraken. “Wat we nodig hebben zijn heldere afspraken over zorg op de juiste plek. Als de juiste plek de eerstelijnszorg is, dan moet dat binnen duidelijke landelijke kaders en met passende investeringen om tijd en ruimte te krijgen om de gewenste zorg ook daadwerkelijk te kunnen bieden.”
Het onderhandelaarsakkoord medisch-specialistische zorg tussen het ministerie van VWS, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), Patiëntenfederatie Nederland, Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN), Federatie Medisch Specialisten (FMS), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) moet nog worden voorgelegd aan de leden van de betrokken organisaties.