Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) heeft hoogleraar pathologie Chris Meijer van het VUmc op de vingers getikt. Hij zou DNA-materiaal van vrouwen hebben gebruikt voor commerciële doeleinden, zonder over schriftelijke toestemming van die vrouwen te beschikken. Dit schrijft NRC Handelsblad op basis van een nog niet geopenbaard rapport.
Volgens NRC heeft Meijer zijn zakelijke belangen niet gemeld bij zes wetenschappelijke publicaties, bij het indienen van een onderzoeksvoorstel en bij adviezen over het landelijk bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Volgens het LOWI is sprake van “schending van de wetenschappelijke integriteit”, NRC noemt dit het zwaarste oordeel dat het adviesorgaan velt.
De hoogleraar kwam al in opspraak in 2015, na onderzoek van de krant naar zijn belangen bij het in 2017 ingevoerde bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Meijer lobbyde bij de minister van Volksgezondheid en adviseerde de Gezondheidsraad omtrent het nieuwe bevolkingsonderzoek. Hij verzweeg dat hij mede-eigenaar was van bedrijven die belang hadden bij het bevolkingsonderzoek.
Belangen
Meijer moest weg bij de Gezondheidsraad, vermeldde alsnog zijn belangen bij publicaties en stopte als leider van een groot, lopend onderzoek naar baarmoederhalskanker. Het VUmc, zijn werkgever, oordeelde volgens NRC “steeds mild”. Volgens de Commissie wetenschappelijke integriteit van het ziekenhuis hoeft een wetenschapper belangen alleen te melden als hij er direct financieel van profiteerde. Hiervan zou bij Meijer in één geval sprake zijn geweest, volgens de commissie.
Het LOWI heeft kritiek op de procedure van de VUmc-commissie. Het orgaan schrijft volgens NRC dat het te ver voert om de gevallen van ‘verzwijgen’ door Meijer stelselmatig te noemen, maar tegelijkertijd staat in het rapport dat van een enkele slordigheid of vergissing geen sprake is.