De griepprik van het griepseizoen 2016-2017 heeft tot nu toe ongeveer 38 procent van de griepgevallen in Europa voorkomen, ongeveer evenveel als in voorgaande jaren dat A-griepvirus overheerste. Dat maakt het RIVM bekend.
Het RIVM en onderzoekinstituut NIVEL nemen deel aan het Europese onderzoeksproject I-MOVE, dat de effectiviteit van de griepprik meet. Binnen verschillende Europese landen worden gegevens van patiënten met griepachtige klachten verzameld.
Uit de metingen blijkt verder dat de griepvirussen die nu bij patiënten in Nederland met griepachtige klachten worden gevonden redelijk overeenkomen met de virussen in het vaccin. Anders was het in het griepseizoen 2014/2015 toen het A(H3N2)-griepvirus ook veel voorkwam, maar voor een deel niet goed overeen kwam met het vaccinvirus en de griepprik daardoor minder effectief was.
Over de effectiviteit van de griepprik bij patiënten die in het ziekenhuis zijn opgenomen zijn nog teveel onzekerheden. Aan het einde van het griepseizoen worden alle analyses opnieuw uitgevoerd. Dan zijn er ook voldoende gegevens om de effectiviteit van de griepprik specifiek voor Nederland te berekenen, aldus het RIVM.
Vorige week was de dertiende week van de griepepidemie in Nederland. Gemiddeld duurden griepepidemieën de afgelopen 20 jaar negen weken.