In 2017 concludeerden onderzoekers binnen het samenwerkingsproject LeVePZ dat het wenselijk was dat huisartsen hun voorschrijfgedrag voor mensen in de laatste levensfase verbeteren. Nieuwe cijfers laten zien dat dit nauwelijks lukt, schrijft Nivel: “Het voorschrijfgedrag van huisartsen in 2021 verschilt op drie van de vier genoemde indicatoren nauwelijks met dat van 2017.”
Laxeermiddelen
Een indicator die de onderzoekers bekijken is of mensen die opioïden voorgeschreven krijgen ook standaard laxeermiddelen krijgen. Dit om obstipatie – een veelvoorkomende bijwerking – tegen te gaan. “In 2021 zien we hier geen verbetering in”, concluderen de onderzoekers. “Verbetering op dit vlak is dus wenselijk.”
Onwenselijke herhaalrecepten
Het is tussen 2017 en 2021 ook nauwelijks gelukt het aantal onwenselijke herhaalrecepten omlaag te brengen. Het gaat daarbij onder meer om medicijnen die eerder nuttig waren maar mogelijk niet-passend zijn in de laatste levensfase, zoals Vitamine D, calciumsupplementen en cholesterolverlagers. Ook medicatie die klinisch gezien mogelijk geen waarde meer heeft in de laatste levensfase vallen in deze categorie. Voorbeelden hiervan zijn bepaalde hartmedicijnen en maagzuurremmers.
Minder opioïden
Er zijn aanwijzingen dat huisartsen wel aandacht hebben voor het probleem, maar dat het simpelweg niet lukt. In beide gevallen dalen de percentages met slechts twee procentpunt. Er is wel een substantiële daling van het aantal mensen met een recept voor opioïden voor pijnstilling. Of dat een teken is van goede zorg of juist niet, kunnen de onderzoekers niet zeggen. “Daling in voorschrijven van opioïden zegt niet zoveel zonder context te kennen”, schrijven ze.