Hartfalen, boezemfibrilleren en aandoening van de kransslagaders. Dat zijn de drie chronische hartziektes waar huisartsen uit 25 praktijken door heel Nederland naar op zoek gingen. Als patiënten bij deze drie chronische hartziektes niet op tijd de juiste behandeling krijgen, gaat het hart verder achteruit.
Hoger risico
De deelnemers aan het onderzoek waren al onder controle bij de huisarts voor COPD of diabetes type 2, met verhoogd risico op hart- en vaatziekten. De ene helft kreeg de gebruikelijke zorg, bij de andere helft zocht de huisarts actief naar tekenen van de drie genoemde hartziektes met behulp van een vragenlijst, lichamelijk onderzoek, een hartfilmpje en bloedonderzoek. Bij afwijkingen volgde verwijzing naar de cardioloog en echografie van het hart.
Twee keer zo vaak diagnose
Bij de mensen die extra onderzoek kregen stelde de huisarts meer dan twee keer zo vaak één of meer van de ziektes vast. Dit is de eerste succesvolle proactieve opsporing van hart- en vaatziekten door de huisarts die ook nog eens uitvoerbaar is. “Om mensen met beginnende hart- en vaatziekten vroeg op te sporen zijn meestal technieken nodig die alleen in het ziekenhuis toegepast kunnen worden, zoals CT-scans of een echo van het hart”, vertelt huisarts en hoofdonderzoeker prof. dr. Frans Rutten. “Maar mensen met slechts weinig klachten komen helemaal niet in het ziekenhuis. Uit ons onderzoek blijkt dat huisartsen met eenvoudig en goedkoop onderzoek bij mensen met een hoger risico op hart- en vaatziekten degenen kunnen selecteren die wel vervolgonderzoek van het hart in het ziekenhuis nodig hebben.”
Toepassen
Rutten: “Er zal scholing en ondersteuning van huisartsen nodig zijn om dit goed uit te voeren. Daarvoor is ook hulp van de zorgverzekeraars nodig; dat ze dit erkennen als extra activiteit. Wat we precies moeten doen om te zorgen dat dit straks door heel Nederland gebeurt, dat hopen we uit te zoeken in een vervolgonderzoek.”