Huisartsen houden zich beter aan de richtlijnen, maar er bestaan nog steeds verschillen tussen regio’s en huisartsen onderling. Dat concludeert het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) in het jaarlijks onderzoek naar de kwaliteit van het voorschrijfgedrag van huisartsen.
Huisartsen volgen bij het voorschrijven van geneesmiddelen steeds beter de Nederlandse richtlijnen. In 2015 stegen de scores op zeven van de negentien voorschrijfindicatoren met meer dan een procentpunt. Bij drie indicatoren speelde het verloop van het patent op geneesmiddelen waarschijnlijk een grote rol. Bij een indicator lijkt het beleid van de zorgverzekeraars om te belonen op basis van indicatorscores een rol te hebben gespeeld: de score op de indicator Voorkeursmiddelen NSAID’s steeg in regio’s waar deze indicator meetelde meer dan in de rest van Nederland.
Antibioticumgebruik
Volgens het IVM zijn er ook een paar zorgen. Na jaren van afnemend antibioticumgebruik lag het aantal antibioticumrecepten van de huisartsen in 2015 2,3 procent hoger dan in 2014. Apart onderzocht is het voorschrijven van macroliden, antibiotica die als alternatief bij penicillineallergie kunnen worden voorgeschreven en niet gelden als reserveantibiotica. Sommige huisartsen schrijven deze geneesmiddelen 3,5 keer zo vaak voor als andere huisartsen. Veelvuldig gebruik van macroliden leidt snel tot resistentie.
Weliswaar schreven huisartsen meer antibiotica voor in 2015, tegelijkertijd schreven zij juist minder vaak reserveantibiotica voor, zoals fluorchinolonen en amoxicilline met clavulaanzuur. Vooral in Utrecht, Flevoland en Gelderland zijn huisartsen terughoudend met deze middelen, die alleen bij ernstige infecties zouden moeten worden voorgeschreven.
Het IVM onderzocht ook het voorschrijfgedrag van huisartsen bij nieuwe patiënten met astma of COPD. Er bestaat een “groot verschil” tussen huisartsen bij de keus van het eerste middel voor onderhoudsbehandeling. Gemiddeld 41 procent van de patiënten begint direct met een gecombineerde behandeling met inhalatiecorticosteroïd en luchtwegverwijder. Tussen huisartsen loopt dit percentage uiteen van 17 tot 74 procent. De richtlijnen adviseren terughoudendheid met deze combinatiemiddelen. Overmatig gebruik van de combinatiemiddelen kan leiden tot meer bijwerkingen, zoals longontsteking bij COPD-patiënten, en tot hogere kosten.
Verschillen
In de Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen heeft het IVM voor tien verschillende geneesmiddelgroepen of aandoeningen een of meer indicatoren opgenomen. Tevens zijn verdiepende onderzoeken opgenomen over antibiotica en astma/COPD. Hoewel artsen steeds beter voorschrijven, blijft het volgen van het voorschrijven relevant, stelt het IVM, zolang de praktijk- en regionale verschillen groot blijven.