Het ministerie laat weten dat het hele weekend is gewerkt aan het bijwerken van de vaccinatiestrategie. Minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge komt maandag of dinsdag met meer informatie. De LHV hoopt dat de minister “duidelijkheid en perspectief” zal geven over de vaccinatie van bijvoorbeeld mensen met obesitas, bepaalde neurologische aandoeningen en het syndroom van Down.
Ophef over AstraZeneca
Ook onder mensen boven de 60 jaar zien de huisartsen een groeiend probleem. Harde cijfers ontbreken, maar het lijkt erop dat sinds de ‘prikpauze’ en de ophef over het AstraZeneca-vaccin meer mensen uit deze groep afzien van hun prik. “We krijgen signalen van huisartsen die zeggen dat de opkomst bij hen tegenvalt”, aldus de woordvoerster. Het beeld is wel wisselend: in Drenthe lieten veel zestigers zich juist wel vaccineren, maar in het stedelijk gebied van Zuid-Holland “lijkt het minder te zijn”. Een huisarts uit Zwolle liet afgelopen weekend weten dat van zijn patiënten tussen de 60 en 65 jaar maar de helft kwam opdagen.
De LHV ziet “onrust en frustratie” bij huisartsen. “Dan heb je alles opgetuigd naast je drukke praktijk en merk je nu dat, waarschijnlijk voor een deel door de twee prikstops, een deel van de mensen wegblijft.” Tegelijkertijd worden huisartsen “platgebeld” met vragen en twijfels, vertelt de woordvoerster.
Juridisch kwetsbaar
Als huisartsen vaccins overhouden, mogen ze die wel aan mensen boven de 65 jaar aanbieden. De LHV benadrukt dat het “juridisch kwetsbaar” is om mensen onder de 60 jaar toch nog met AstraZeneca te prikken. “Dat is niet iets dat wij adviseren. Het is niet het beleid.” Of het nog weleens voorkomt, weet de woordvoerster niet. Overigens kunnen mensen onder de 60 jaar die in de zorg werken en al één prik hebben gekregen, de tweede wel gewoon halen. Ernstige bijwerkingen hebben zich na een tweede dosis niet voorgedaan.
In zeer zeldzame gevallen kan de eerste prik wel ernstige bijwerkingen veroorzaken: een combinatie van trombose en een tekort aan bloedplaatjes. Voor zover nu bekend komt dat ziektebeeld na minder dan 1 op de 150.000 prikken voor. In enkele tientallen gevallen was de afloop fataal, op een totaal van tientallen miljoenen toegediende doses.
Van alle mensen in Nederland bij wie Covid-19 wordt geconstateerd, overlijdt volgens het RIVM ruim 1 procent. “Voor de groep 60-plussers geldt dat het risico op sterfte door Covid-19 veel groter is dan het risico op de bijwerking of sterfte daaraan”, constateerde de Gezondheidsraad in zijn laatste advies over het vaccin. “Bij mensen onder de 60 pakt de nut-risicoverhouding ongunstiger uit, omdat bij hen het risico op sterfte door Covid-19 veel kleiner is.” (ANP)