Dat blijkt uit analyses van de NZa van de cijfers van ZorgDomein. Dit betekent dat het aantal gemiste verwijzingen naar ziekenhuiszorg nog oploopt, maar minder hard. “Het gaat sinds de corona-uitbraak in maart om 1,05 miljoen minder verwijzingen dan onder normale omstandigheden”, aldus de NZa.
Gezondheidsschade
Dat huisartsen minder verwijzen, betekent niet dat al deze mensen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. Een deel wordt niet ingehaald, bijvoorbeeld omdat patiënten door de huisarts behandeld kunnen worden of omdat klachten vanzelf over gaan. “Maar er wordt ook zorg uitgesteld waardoor gezondheidsschade ontstaat”, zegt de zorgautoriteit. “Daar maken wij ons zorgen over. De oproep blijft dan ook om contact op te nemen met de huisarts bij gezondheidsklachten. De huisarts kan vervolgens beoordelen wat er nodig is.”
Geestelijke gezondheidszorg
Het aantal verwijzingen naar de ggz vertoont volgens de NZa en Zorgdomein ook een stijgende trend. Het totaal aantal lag vorige week boven het niveau van 2019 en is bijna vergelijkbaar met de verwachte aantallen. De stijging komt vooral door een hoger aantal verwijzingen voor kinderen en jongeren. Het gaat – sinds begin van de coronacrisis – in totaal om ruim 79.000 minder verwijzingen naar de ggz dan in de pre-corona-periode.
Wijkverpleging
Na de eerste coronagolf heeft de NZa gezien dat de wijkverpleegkundige zorg in de zomer werd opgeschaald. In de analyse van de gevolgen van de corona-uitbraak voor de wijkverpleging zet die ontwikkeling door tot en met augustus, de meeste recente maand waarover gegevens beschikbaar zijn.
Op basis van vier grote aanbieders van wijkverpleging concludeert de zorgautoriteit dat de toename van het aantal coronabesmettingen in de afgelopen maanden “vooralsnog tot minder afschaling leidt dan tijdens de eerste golf besmettingen”. Vanaf begin vorige maand daalt de productie en het aantal cliënten, een ontwikkeling die zich versnelt sinds eind oktober.