Met betrekking tot de huishoudelijke hulp in Lelystad is er onvoldoende samenhang in de verdeling van bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden tussen gemeente en ketenpartners. Bovendien is er minder huishoudelijke ondersteuning geleverd dan mogelijk was geweest binnen het beschikbare budget.
Dit blijkt uit een onderzoek van de rekenkamer Lelystad.
De huishoudelijke ondersteuning in Lelystad op zich heeft een “aanvaardbare basiskwaliteit”, maar deze functioneert nog niet naar behoren. De samenwerking tussen de ketenpartners (onder wie zorgaanbieders) verloopt niet optimaal door beleidskeuzes van de gemeente. Lelystad heeft volgens de rekenkamer meer bezuinigd dan nodig was om de verlaging van de Wmo-rijksuitkering op te vangen. Er zijn minder uren huishoudelijke ondersteuning geleverd dan mogelijk was geweest binnen het beschikbare budget.
Zorgaanbieders
Een andere conclusie van de rekenkamer is dat zorgaanbieders veel ongecontroleerde macht hebben in Lelystad. Zij maken een werkplan op basis van eigen onderzoek en hoeven zich daarbij niet te houden aan normtijden. De Wmo-consulenten van de gemeente toetsen niet of de afspraken uit het werkplan toereikend zijn. Zorgaanbieders bepalen dus in belangrijke mate welke aanspraken de cliënt heeft, terwijl dit niet de bedoeling is.
Zorgaanbieders passen te weinig maatwerk toe bij het bepalen van de hoeveelheid ondersteuning. Daarbij komt dat de eigen kracht van Wmo-cliënten en de inzet van het eigen netwerk achterblijven bij de verwachtingen. “Een aanzienlijke groep cliënten heeft geen of weinig extra schoonmaakhulp uit de eigen omgeving en kan het zich evenmin permitteren om uren bij te kopen.” Het gevolg van dit alles is dat er cliënten zijn voor wie de huishoudelijke ondersteuning onvoldoende is.
Verder constateert de rekenkamer dat de procedures en regelingen in het lokale zorgsysteem van Lelystad “ingewikkeld en talrijk” zijn. “De gemeente vraagt daarmee te veel van minder weerbare mensen die mentaal niet in staat zijn om zulke informatie tot zich te nemen. Mede hierdoor staat hun rechtsbescherming onder druk.”
Aanbevelingen
De rekenkamer geeft de gemeenteraad aanbevelingen om de uitvoering van de huishoudelijke hulp te verbeteren. Zo moet de gemeente als ketenregisseur scherper afbakenen wat er van de ketenpartners wordt verwacht, zodat zij weten wat ze moeten doen en tot hoe ver hun bevoegdheden reiken. Wijkteams moeten beter worden toegerust voor hun taak en gelet op de kernfunctie van sociale wijkteams adviseert de rekenkamer om de gewenste prestaties, doelen en verantwoordelijkheden van wijkteams duidelijker vast te leggen.
Verder vindt de rekenkamer onder meer dat de gemeente moet investeren in een “warme overdracht”. Het sociaal wijkteam moet het werkplan na het keukentafelgesprek beoordelen, in plaats van dat de zorgaanbieder bepaalt waarop een cliënt aanspraak kan maken. Een andere aanbeveling is dat Lelystad de onafhankelijke cliëntondersteuning onder de aandacht van cliënten moet brengen en het ervan actief bevorderen.