Meer huishoudens zagen af van een aanvullende verzekering en wisten zo hun zorgpremie te verlagen in 2013. Het aantal huishoudens zonder aanvullende verzekering is daardoor toegenomen met 350 duizend. Tegelijkertijd steeg het bedrag dat de overheid uitkeerde aan zorgtoeslag tot 5,1 miljard euro.
Dit maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekend.
Een huishouden betaalde in 2013 gemiddeld 215 euro per maand voor de zorgpremie. Daarmee daalde de betaalde zorgpremie per huishouden gemiddeld met 4 procent ten opzichte van 2012, volgens het CBS. In 2013 was 17 procent van de huishoudens niet aanvullend verzekerd, in 2012 was dat nog 12 procent. Het aantal huishoudens zonder aanvullende verzekering is daardoor toegenomen met 350 duizend.
De daling was zichtbaar bij alle inkomensgroepen en huishoudenstypen. Wel hadden meer lage inkomens geen aanvullende verzekering. Van de huishoudens met de laagste inkomens had 28 procent geen aanvullende verzekering in 2013, in 2012 was dit nog 22 procent. In de hogere inkomensgroepen was het aandeel van huishoudens zonder aanvullende verzekering veel kleiner: 14 procent (9 procent in 2012).
Zorgtoeslag
In 2013 keerde de Nederlandse overheid 5,1 miljard euro zorgtoeslag uit aan verzekerden, ruim een half miljard meer dan in 2012. In 2013 is meer zorgtoeslag uitgekeerd aan een kleinere groep huishoudens, met name aan eenoudergezinnen. Ouderen kregen juist minder vaak zorgtoeslag. De hoogte van de toeslag steeg om te compenseren voor de stijging van de basispremies van zorgverzekeringen en de verhoging van het verplichte eigen risico.
Het aantal huishoudens dat zorgtoeslag ontving, nam in 2013 af vanwege aangescherpte voorwaarden. Het toegestane inkomen om in aanmerking te komen voor de toeslag daalde. Daarnaast werd een extra vermogenstoets ingevoerd. Huishoudens met een te hoog vermogen kwamen niet meer in aanmerking voor de toeslag.