De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gaat ggz-instellingen voortaan mede beoordelen op hun acties om wachttijden te beperken. Staatssecretaris Blokhuis (VWS) heeft de IGJ gevraagd toe te zien op de inspanningen van ggz-instellingen omdat cliënten door oplopende wachttijden het risico lopen geen tijdige of passende zorg te ontvangen.
De inspectie maakt bij haar reguliere toezichtbezoeken aan ggz-aanbieders het thema ‘wachttijden’ tot een vast onderwerp. De inspecteurs gaan voortaan onder meer kijken naar de manier waarop een instelling communiceert over actuele wachttijden en zorgbemiddeling door de zorgverzekeraar. Daarnaast wordt de organisatie beoordeeld op de wijze waarop zij zich inspant om, in samenwerking met andere partijen, te werken aan kortere wachtlijsten.
De inspectie heeft de afgelopen maanden negen instellingen bezocht. Naar aanleiding van deze bezoeken stelt de IGJ vast dat het verkorten van de wachttijden een prioriteit is in de ggz. “De bezochte instellingen spannen zich in om de wachttijden voor de individuele cliënten te verkorten en hebben aandacht voor de wachtende cliënt”, aldus de inspectie in het rapport Wachttijden in de ggz: verbeterkansen vooral in samenwerking op regionaal niveau.
Moeite doen
De inspectie ziet dat de bezochte zorgaanbieders moeite doen om cliënten op de juiste plaats voor behandeling te krijgen en begeleiding aan te bieden tijdens de wachttijd. Zo kijken instellingen kritisch naar de aanmeldingen om cliënten niet onnodig op de wachtlijst te laten staan wanneer een verwijzing naar een andere instelling passender lijkt en worden cliënten die op de wachtlijst staan nagebeld om te kijken of ze nog steeds wachtende zijn (of elders een behandelplek hebben gevonden).
Toch zijn de betrokken medewerkers en bestuurders niet altijd in staat om de problematiek rondom wachttijden zelf op te lossen. Dit verklaart de inspectie uit het feit dat niet alles in de eigen beïnvloedingsfeer ligt. Factoren die de instellingen noemen als oorzaak van hun wachttijden: krapte op de arbeidsmarkt, stijgend aanbod van cliënten, moeizame op- en afschaling binnen de ggz, lastige doorstroming naar de aanbieders van Wmo-voorzieningen en slecht contact met zorgverzekeraars. Ook blijkt de zorgbemiddeling door zorgverzekeraars niet altijd effectief.
Wachttijden in de ggz en de daarbij horende knelpunten zijn een complex probleem, concludeert de IGJ. De oplossingen liggen ook buiten de invloedsfeer van de ggz-instelling. Vooral een samenwerking op regionaal niveau kan “vernieuwende oplossingen” bieden. Eerder riep staatssecretaris Blokhuis zorgaanbieders, vertegenwoordigers van cliënten zorgverzekeraars al op om gezamenlijk met dit probleem aan de slag te gaan.