De inspectie verwacht dat de bestuurders van zorginstelling DeSeizoenen, woon- en werkgemeenschappen voor mensen met een verstandelijke beperking, de dubbelrol met CSS meteen opheft.
De constructies tussen DeSeizoenen, actief in Limburg en Brabant, hebben volgens de inspectie “de schijn van belangenverstrengeling”. Financiële transacties bij DeSeizoenen waren in 2016 en 2017 niet transparant, concludeert de IGJ in de ‘Rapportage Goed Bestuur’. De bestuurlijke en financiële randvoorwaarden waren niet voldoende gewaarborgd: “Hiermee voldeed DeSeizoenen onvoldoende aan artikel 3 van de Wkkgz”.
Vier tekortkomingen
De IGJ ziet vier tekortkomingen:
- In 2016 en 2017 was sprake van (schijn van) belangenverstrengeling bij beide leden van de directie van DeSeizoenen.
- De financiële transacties tussen de instelling en de bv CSS rond ict-investeringen zijn niet ordelijk en controleerbaar vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst.
- Door het geven van een krediet aan CSS voor ict-investeringen “met het oogmerk deze ook aan andere marktpartijen ter beschikking te stellen” heeft DeSeizoenen een commercieel risico genomen. Daarmee werd niet gewaarborgd dat het krediet daadwerkelijk aan zorgverlening ten goede zou komen.
- DeSeizoenen is niet transparant geweest over de bedragen die het voor de dienstverlening van CSS was verschuldigd.
Verbeteringen
De inspectie constateert dat de zorginstelling vorig en dit jaar verbeteringen heeft doorgevoerd. Het bestuur is versterkt en de financiële transacties zijn opgenomen in het laatste jaarverslag. Bovendien wijst de IGJ op de intentie van de raad van commissarissen dat “belastingverstrengeling zo veel mogelijk wordt vermeden”.
Serieus
In een reactie laat het bestuur van DeSeizoenen weten het rapport van de IGJ “serieus” te nemen. Nog dit jaar zal er “definitieve besluitvorming plaatsvinden over de wijze waarop de bestuursstructuur van DeSeizoenen en CSS wordt aangepast in lijn met de uitkomsten van het onderzoek van de publieke toezichthouders. Hiermee geeft DeSeizoenen opvolging aan de verbeterpunten uit de rapportage.”