Verwaarlozing
Dat staat in het jaarbeeld 2019 van de IGJ. Zes weken na het inspectiebezoek had nog steeds een derde van de nieuwe jeugdhulpaanbieders hun zaken onvoldoende op orde, aldus de IGJ. Ze krijgt veel signalen van vermoedelijke zorgfraude en verwaarlozing van de zorg door nieuwe, vaak kleine, aanbieders. De inspectie bezocht 73 nieuwe jeugdhulpaanbieders.
Daarom vindt de inspectie het positief dat de regelgeving volgend jaar verbetert. Vanaf 1 januari 2021 moeten nieuwe én bestaande zorgaanbieders voldoen aan de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). Die voorziet in een meldplicht. Nu geldt een vrijwillige meldplicht. De inspectie schat dat nu minder dan de helft van de nieuwe zorgaanbieders in beeld komt.
Tijdig in beeld
“Met de nieuwe wet krijgen wij nieuwe zorgaanbieders tijdig in beeld”, laat de IGJ weten: “Bovendien komen zorgaanbieders dan – al voordat ze de eerste zorg verlenen – op het spoor van (de voorwaarden voor) goede zorg. Alleen al door de vragenlijst die ze voor de meldplicht moeten doorlopen.”
Grotere aanbieders hebben weer andere problemen. “Met name door ontoereikende tarieven en andere keuzes van gemeenten”, schrijft de inspectie. “Vooral de (bovenregionale) gespecialiseerde jeugdhulp stond in 2019 onder druk. Dit heeft gevolgen voor de kwaliteit van zorg en brengt de zorgcontinuïteit in gevaar.” Daarom heeft de IGJ een inspecteur toegevoegd aan het team inspecteurs met een financiële expertise.
Onvoldoende beschermd
Vorig jaar constateerde de inspectie, samen met de Inspectie Justitie en Veiligheid, al in ‘Kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd’ dat de instellingen hun wettelijke opdracht onvoldoende kunnen uitvoeren: “Dat komt door de zwaarte van de doelgroep, personeelstekorten, verloop en verzuim, onvoldoende direct inzetbare, passende hulp en onvoldoende financiële zekerheid.”
De inspecteurs zijn bezorgd over de aanpak van het huiselijk geweld en kindermishandeling, met elk jaar naar schatting een half miljoen slachtoffers: “Dat aantal lijkt ondanks alle aandacht van veel partijen niet te dalen. Als mishandeling plaatsvindt, blijkt het voor hulpverleners lastig te signaleren en er mee om te gaan.”
Ongewenst
De noodzakelijke hulp om belemmeringen of bedreigingen in de ontwikkeling van kinderen aan te pakken is onvoldoende beschikbaar, concludeert de IGJ: “Daar zijn allerlei redenen voor, maar hoe begrijpelijk ook, het gevolg is ongewenst: juist de meest kwetsbare kinderen met de meest complexe problematiek – en hun ouders – worden ‘van het kastje naar de muur gestuurd’ en komen uiteindelijk voor dichte deuren te staan.” Met het programma Passende Hulp wil de IGJ dat verbeteren, zodat zij tijdig passende hulp ontvangen.