Beeld: Cagkan/Stock.adobe.com
“De zorg waarop wij toezien, is in de basis goed”, schrijft IGJ in het jaarbeeld van 2024. Toch staan er verontrustende constateringen in het document. “Feit is: het is niet meer vanzelfsprekend dat iedereen de best mogelijke zorg krijgt”, schrijft inspecteur-generaal Marina Eckenhausen in haar voorwoord. “Soms is zelfs zorg die voldoet aan de minimale eisen niet meer zeker.” De gevolgen kunnen volgens Eckenhausen groot zijn, voor zowel patiënten en cliënten als zorgmedewerkers.
Ondergrens
Schaarste is het thema dat de IGJ het jaar 2024 heeft meegegeven. Dat heeft onder meer betrekking op de schaarste aan personeel, die ervoor zorgt dat “de ondergrens van goede en veilige zorg” soms in het geding is. Als voorbeeld van personele schaarste staat in het jaarbeeld dat in de gehandicaptenzorg niet meer altijd voldoende personeel beschikbaar is voor de nachtdiensten. Zorgorganisaties proberen dat op te lossen met inzet van technologie in de kamers van cliënten, zoals microfoons, bewegingssensoren en camera’s. De inspectie ziet daarvan de mogelijkheden maar wijst ook op de risico’s: “Zo kunnen systemen uitvallen of kan technologie worden gebruikt die niet past bij een cliënt.”
Digitalisering onderschat
In bredere zin wijst de IGJ op de snelle digitalisering van de zorg en bijkomende uitdagingen, zoals wettelijke verplichtingen en goede beveiliging. Daar hebben organisaties “best een opgave” aan, valt in het jaarbeeld te lezen. “Het vraagt grote financiële investeringen en ook een organisatorische verandering. We zien dat organisaties vaak onderschatten wat er allemaal bij komt kijken, vooral als het gaat om die organisatorische verandering.”
Medicijntekorten
Schaarste aan bepaalde medicijnen komt ook aan bod in het overzicht. “In sommige gevallen gaat het om een kritiek geneesmiddel”, schrijft de IGJ. De inspectie wijst op een intensievere samenwerking met het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) om medicijntekorten te voorkomen. Beide partijen nemen sinds afgelopen jaar deel aan het Operationeel Team Geneesmiddelentekorten (samen met de KNMP, het LCG en de koepel van groothandelaren). Dat moet vroegtijdig dreigende tekorten signaleren en oplossen. Fabrikanten moet een leveringsonderbreking daar verplicht melden.
Fraude, gesjoemel en misbruik
De IGJ meldt verder dat het in 2024 met alle ziekenhuizen een gesprek heeft gevoerd over passende zorg en dat er steeds meer toezicht is op netwerken, samenwerkingsvormen en partijen die (sector- of domein overstijgend) samenwerken. Ook constateert de inspectie een toename van “niet-integere activiteiten”. Daaronder vallen onder meer “fraude en gesjoemel met diploma’s en opleidingen voor de zorg en misbruik van geld dat is bedoeld voor de zorg”.
Meer verscherpt toezicht, minder boetes
Uit de bijgeleverde cijfers blijkt dat in twee jaar tijd het aantal keren dat een zorginstelling onder verscherpt toezicht is komen te staan meer dan verdubbeld is: van tien keer in 2022 naar 21 keer in 2024. Het aantal boetes is in dezelfde periode juist gehalveerd: van 64 naar dertig. Een unicum in afgelopen jaar is dat de IGJ voor het eerst bestuursdwang heeft ingezet. Dat gebeurde toen huisartsenketen Co-Med na faillissement moeilijk deed over het vrijgeven van de dossiers van patiënten.
Agema: grote opgaves
Minister Fleur Agema wijst in een begeleidend schrijven het brede veld dat de inspectie moet bestrijken: “Een zorgveld waarin 1,6 miljoen mensen werken. Een veld met bijna 290 duizend zorgaanbieders (inclusief zzp’ers en solisten) en fabrikanten van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen voor meer dan een half miljoen producten. En een veld met zo’n dertig (inter)nationale wetten en duizenden veldnormen.” De minister stelt dat dit vraagt om het maken van keuzes en concludeert: “Ook in 2025 staat de IGJ als toezichthouder op de zorg voor grote opgaves.”
Het huidige zorgstelsel, met verzekeraars in de lead, wordt inderdaad gekenmerkt door spanningen tussen kostenbeheersing, kwaliteit en toegankelijkheid.
De IGJ benadrukt de volgende punten:
*Samenwerking: Verzekeraars, aanbieders en toezichthouders moeten beter samenwerken om schaarste en wachtlijsten aan te pakken ( sic) ;
*Innovatie: Digitalisering biedt kansen, maar vereist investeringen en afspraken over veiligheid en ethiek;
* Transparantie: Verzekeraars moeten helder communiceren over vergoedingen en keuzes, zodat patiënten passende zorg ontvangen ( waren de zorgaanbieders trouwens niet diegenen die niet-transparant waren? ) ;
*Preventie: Meer aandacht voor preventie en gezondheidsverschillen kan de druk op het stelsel verminderen. Zie bijvoorbeeld de bijdragen van Jochen Mierau.
De IGJ speelt natuurlijk een cruciale rol als waakhond, maar benadrukt dat structurele oplossingen alleen mogelijk zijn met een gezamenlijke inzet van alle partijen in het zorgstelsel.
Verzekeraars hebben hierbij een verantwoordelijkheid om niet alleen financiële belangen, maar ook kwaliteit en toegankelijkheid voorop te stellen.
( By the way: waren “kwaliteit en toegankelijkheid” niet de redenen om dit stelsel in 2006 te introduceren? De bestaansredenen voor verzekeraars in the lead? Hoe moeten we deze aanbevelingen van de IGJ interpreteren in het kader van het grote plaatje? ) .