AppleMark
Nog steeds zijn er te veel particuliere klinieken die niet aan de normen en richtlijnen voldoen, constateert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in ‘Het Resultaat Telt Particuliere Klinieken 2016’. “Te veel klinieken blijven structureel achter”, aldus inspecteur-generaal Ronnie van Diemen.
“Concludeerden we eerder al dat de verbeterslag die we verwachtten uitbleef, ook nu blijkt uit de resultaten van de indicatoren en de inspectiebezoeken dat er nog veel niet goed gaat”, stelt Ronnie van Diemen in het voorwoord van het rapport. De resultaten van de afgelopen jaren, zowel de scores op de indicatoren als de resultaten van inspectiebezoeken, tonen volgens de IGJ aan dat “fundamentele voorwaarden voor goede zorg ontbreken”. De inspectie vraagt en verwacht van bestuurders dat zij hun verantwoordelijkheid nemen en de uitkomsten van het rapport en van inspectiebezoeken gebruiken voor het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van de zorg in hun instelling.
In totaal hebben 418 particuliere klinieken gegevens aangeleverd over het verslagjaar 2016. Het rapport geeft de data weer van particuliere klinieken in Nederland op verschillende risico-indicatoren. De klinieken blijven op vier gebieden structureel achter: kwetsbare groepen; operatieve zorg; patiëntenrechten en -eisen voor goede zorg; en professionals en kwaliteitsaspecten.
De IGK maakt duidelijk waar de risico’s liggen, zowel bij de afzonderlijke klinieken als binnen de sector als geheel. Een voorbeeld van een belangrijke risico-indicator in operatieve zorg is een time-out voor de start van een operatie. Bij 85 klinieken van de 307 klinieken die invasieve ingrepen uitvoeren, werd de time-out bij 0 tot 10 procent van de patiënten uitgevoerd en vastgelegd. Ongeveer de helft van de klinieken die een invasieve ingreep uitvoerde, geeft aan de time-out bij alle patiënten te hebben uitgevoerd en vastgelegd – voor de andere helft van de klinieken geldt dit dus niet.
Kwaliteit professionals
Een andere belangrijke risico-indicator betreft de kwaliteit van de professionals. Deze bepaalt in hoge mate de kwaliteit van de geleverde zorg, daarom is het volgens de inspectie “van groot belang dat de kwaliteit van deze professionals wordt bewaakt en bevorderd”. Het aantal klinieken waar medisch specialisten werden gevisiteerd, blijft achter bij de ziekenhuizen; 59 klinieken geven aan geen functioneringsgesprekken te voeren; 58 klinieken hebben geen regeling ‘Disfunctioneren’ ingevoerd. Bovendien zijn nog niet bij alle klinieken de medisch specialisten gevisiteerd door hun wetenschappelijke vereniging.
Een indicator voor patiëntenrechten betreft afspraken tussen kliniek en een ziekenhuis, als onderdeel van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Bijna eenvijfde van de klinieken heeft geen afspraken met een ziekenhuis voor zorg, incidenten en complicaties die de setting van een particuliere kliniek overstijgen. De inspectie en een aantal wetenschappelijke verenigingen achten formele, schriftelijke afspraken tussen bestuurders van klinieken en ziekenhuizen van belang ter bevordering van de continuïteit en de kwaliteit van zorg.
Aantoonbaar verbeteren
De inspectie vindt het “van groot belang dat particuliere klinieken snel en aantoonbaar verbeteren”, zeker op de vier genoemde thema’s. De IGJ besteedt de afgelopen jaren extra aandacht aan de kwaliteit en veiligheid binnen particuliere klinieken omdat steeds meer planbare zorg wordt verplaatst van ziekenhuizen naar particuliere klinieken. Het aantal klinieken is sinds 2009 flink toegenomen (+ 87 procent).
In 2017 heeft de IGJ zijn op elk van de vier genoemde thema’s tien onaangekondigde inspectiebezoeken afgelegd. De inspectie heeft in 2017 voor het eerst voor deze toezichtmethode gekozen, waarbij een directe verbinding wordt gelegd tussen de data (het signaal) en de praktijk (bezoeken). De maatregelen die volgen uit de afgelegde signaalbezoeken worden gepubliceerd in een daarover nog te verschijnen geaggregeerde publicatie.
Reactie ZKN
Ruim de helft van de particuliere klinieken (56 procent) is lid van Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN). De brancheorganisatie laat in een reactie weten dat klinieken met een ZKN-keurmerk op vrijwel alle risico-indicatoren “significant beter scoren” dan klinieken zonder dit keurmerk. Dit blijkt uit eigen analyses van ZKN op basis van de IGJ-data. Ook laten de scores van de klinieken met een ZKN-keurmerk “een structurele verbetering zien ten opzichte van 2015”.
ZKN-directeur Paulette Timmerman: “ZKN-leden worden elk jaar door een onafhankelijke certificeringsinstantie getoetst op kwaliteit en veiligheid. We zien dat het stelselmatig verbeteren, bijscholen en controleren duidelijk vruchten afwerpt. Tegelijkertijd zien we nu op detailniveau waar nog verbetering mogelijk is. Daar gaan we gericht mee aan de slag.”