De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ziet risico’s voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg in het aardbevingsgebied in Groningen. Onduidelijkheden over vastgoed leiden tot uitstel van zorginhoudelijk beleid en investeringen. Weliswaar functioneert de intramurale zorg momenteel naar behoren, maar dit is vooral te danken aan een bovenmatige inzet en flexibiliteit van zorgmedewerkers.
Zorgbestuurders geven aan dat zij zorgen hebben over hoe lang de betrokken medewerkers dit nog kunnen volhouden. De IGJ gaat in dit oordeel mee. Ook is er aanhoudende onduidelijkheid over de fysieke versteviging van het zorgvastgoed. Daarbij gaat het om financiering en de normstelling van benodigde versterkingen, maar ook om vragen rond eventuele verhuizingen. Dit alles verhindert bestuurders om de regie te nemen en hun organisatie strategisch te sturen.
Bevingsbestendige zorg
De inspectie merkt uitstel van zorginhoudelijk beleid en investeringen op regionaal niveau aan als een potentieel risico vormt voor de organisatie van het zorgaanbod. De IGJ vindt het dan ook goed dat gemeenten, zorgaanbieders, corporaties, zorgkantoor en zorgverzekeraar Menzis, provincie, VWS en de Nationaal Coördinator Groningen de eerste stappen hebben gezet naar een (bevings)bestendige zorg in Groningen.
Bewondering
In het kader van het onderzoek bezocht de inspectie negen zorgaanbieders in het aardbevingsgebied die ouderenzorg, gehandicaptenzorg of geestelijke gezondheidszorg bieden en waar cliënten verblijven. De aardbevingen vormen een onderdeel van de diverse problemen waar Groningen als krimpregio mee te maken heeft, waaronder vergrijzing, bevolkingsdaling en arbeidstekorten. Dit alles vraagt “bovenmatige inzet en flexibiliteit van de medewerkers van de zorgorganisaties”, constateert de IGJ: “De inspectie heeft hier bewondering voor.”
.