De bestuurlijke top van de Nederlandse zorg is aan verjonging toe. Maar als gevolg van de Wet Normering Topinkomens (WNT) wordt de bestuurlijke doorstroming vooralsnog eerder kleiner dan groter. Dat stellen verschillende governance-deskundigen in het januarinummer van Skipr magazine.
Uit recent onderzoek van Wilma van der Scheer, als wetenschapper verbonden aan het Erasmus Centrum voor Management Development in de zorg (CMDz), blijkt dat mannen in de leeftijdscategorie van 55 jaar en ouder oververtegenwoordigd zijn in de top van de zorg. Van alle mannelijke bestuurders –samen goed voor circa driekwart van alle zorgbestuurders- is 52 procent ouder dan 55, zo constateert Van der Scheer in haar recente promotieonderzoek. Gemiddeld genomen zijn vrouwelijke bestuurders jonger, 31 procent van hen is ouder dan 55.
Op grond van deze percentages kan de laag van bestuurders als het meest vergrijsde segment in de zorg worden aangemerkt. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijferde onlangs dat 16 procent van de werkenden in de zorg ouder dan 55 is. Vooral onder zelfstandig werkende medisch geschoolden is het aandeel 55-plussers met 27 procent relatief hoog, al is dit aandeel dus kleiner dan onder zorgbestuurders.
Rem
De verwachting onder governance-deskundigen is dat de WNT de komende jaren een rem zal vormen op de doorstroming binnen de top van de zorg. De WNT voorziet in een wettelijke maximering van de bestuurderssalarissen tot het niveau van een ministerssalaris. Overstappen naar een andere functie betekent daarmee voor menig bestuurder salaris inleveren. Bestuurders die blijven zitten kunnen daarentegen een beroep doen op een overgangsregeling. “De WNT maakt zeker dat mensen die tegen het einde van hun carrière lopen blijven zitten”, constateert Van der Scheer in Skipr magazine. “Daarnaast zijn er mensen onder de top die momenteel meer verdienen dan de WNT, dus ook dat is een rem op de doorstroming, want de vraag is in hoeverre die mensen nog een bestuursfunctie ambiëren.”
“Door de invoering van de WNT blijven mensen zitten, dat is een menselijke reactie”, stelt Freek Lapré, wetenschappelijk directeur van de MHA-opleiding van de TiasNimbas Bussiness School. “Je kunt zeggen: hoe erg is dat, maar er zijn de komende jaren urgente fundamentele keuzes te maken, die organisaties kunnen maken of breken.”
Opvolging
De stagnatie van de bestuurlijke mobiliteit wordt versterkt door het feit dat organisaties weinig doen aan opvolging en ontwikkeling van bestuurlijk talent. Dat betogen adviseurs Hein Abeln, Hanneke Beijer en Hanke Lange in “Bestuurskracht – Vuistregels voor de inrichting van het ziekenhuisbestuur”. “Als het om opvolging gaat reageren raden van toezicht reactief”, zegt Abeln in Skipr magazine. “Zolang het goed gaat dan steken toezichthouders vaak de kop in het zand en proberen ze bestuurder zolang mogelijk erbij te houden.”
“Succession planning is in de zorg helemaal niet ingevuld”, erkent directeur Marius Buiting van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ). “Dat kán niet bestaan. In high potential organisaties is opvolging een zorgvuldig georganiseerd proces. Reken maar dat een Mayo Clinics een uitgebreid opvolgingsprogramma heeft.”
“Mijn indruk is dat er op bestuurlijk niveau weinig aanwas is ”, vindt Paul Baks, toezichthouder bij verschillende zorginstellingen. “De beschikbaarheid van bestuurders en toezichthouders zou best een onderwerp mogen zijn op landelijk niveau. Zijn er voldoende mensen, is er talent, is er een management development programma? Daar is nooit structureel over nagedacht en het is geen onderwerp bij de koepelorganisaties. Als je op sectorniveau niet in kaart hebt of er voldoende talent is, heb je sowieso een probleem.”
Wilma van der Scheer, Freek Lapré en de auteurs van ‘Bestuurskracht’ zijn te gast bij de Skipr-talkshow Generaties die op woensdag 18 december in Vianen wordt gehouden. ‘Bestuurskracht – Vuistregels voor de inrichting van het ziekenhuisbestuur’ wordt uitgegeven door Skipr en kost €12,50.