Burgers die zorg of ondersteuning nodig hebben, tasten – ook na de officiële ingangsdatum in januari 2015 – in het duister over de gevolgen van de transitie. Ook voor gemeenten en zorginstellingen is niet alles duidelijk, waardoor het voor hen onmogelijk is om cliënten te informeren.
Dit blijkt uit de cliëntenmonitor van negen patiëntenorganisaties.
Evenals in 2013 is er ook nu nog steeds veel onduidelijkheid over de decentralisatie. Mensen weten niet wat die concreet voor hen betekent en ze zijn niet op de hoogte van het overgangsrecht. Geen van de geïnterviewden weet of de persoonlijke verzorging naar de zorgverzekeraar of de gemeente gaat. Ook weten mensen niet wat de criteria voor het verstrekken van een PGB zijn.
De onduidelijkheid leidt onder cliënten tot onzekerheid. “Veel geïnterviewden vrezen dat hun individuele begeleiding zal verdwijnen”, schrijven de opstellers van rapport. En: “De geïnterviewden maken zich zorgen over de continuïteit van deskundige zorg en zij hebben er nog steeds geen zicht op of de gemeente kan bieden wat zij nodig hebben.”
Netwerk
Veel geïnterviewden zeggen dat ze voor langdurende zorgvragen geen groter beroep kunnen doen op hun netwerk, dan nu al het geval is. Dit is nu juist een belangrijk uitgangspunt van de transitie in de langdurige zorg. De geïnterviewde mantelzorgers zijn veelal zwaar belast; de zorg uit de AWBZ betekent voor hen een verlichting van hun taak. Sommige zorgbehoevenden kunnen in het geheel geen beroep doen op een sociaal netwerk.
De meeste mensen die over de onduidelijkheid rond de transitie contact hebben gehad met bijvoorbeeld de gemeente, instelling of zorgkantoor, zeggen dat ze geen antwoorden hebben gekregen op hun vragen. De instantie wist het antwoord niet, moest de informatie opzoeken, de gegevens van de cliënt waren niet bekend of het antwoord bood geen duidelijkheid.
Knelpunten
Gemeenten en zorginstellingen geven toe dat voor het ook niet alles duidelijk is en dat de landelijke overheid de informatie op onderdelen nog steeds wijzigt. Dit maakt het voor hen onmogelijk om mensen die gebruik maken van langdurige zorg op tijd te informeren. Knelpunten zijn de onvolledigheid van de overdracht van cliëntgegevens en onduidelijkheid over de vraag welke groepen niet onder de gemeentelijke WMO zullen vallen maar mogelijk onder andere wetgeving. Ook onduidelijk is het voergangsrecht voor specifieke groepen zoals budgethouders en cliënten die beschermd wonen.
De opstellers van het rapport doen aanbevelingen voor verbeteringen op de korte termijn. De aanbevelingen zijn in de eerste plaats bedoeld voor Wmo-raden en lokale en regionale belangenbehartigers, maar ook interessant voor gemeenten en andere stakeholders, zoals zorginstellingen, gemeenteraden en wethouders, zorgverzekeraars en zorgkantoren. Het belangrijkste aandachtspunt in deze overgangsfase is onduidelijkheid wegnemen, door mensen te informeren en vooral ook de weg te wijzen waar zij met vragen over hun persoonlijke situatie terecht kunnen. Hiermee kan onzekerheid worden verkleind.
Keukentafelgesprekken
Ook adviseren de opstellers van het rapport instanties om transparant te zijn over de manier waarop zorg en beschermde woonruimte wordt toegewezen. Nog een tip: “Zorg dat informatie over zorg en ondersteuning goed vindbaar is en dat bekend is hoe mensen in contact kunnen komen met sociale teams en cliëntenondersteuners.” Gemeenten moeten bovendien bij de keukentafelgesprekken niet alleen kijken naar de individuele zorgbehoefte, maar integraal naar de mogelijkheden en behoefte aan ondersteuning op andere levensgebieden.
Voor het onderzoek zijn bijna 200 cliënten, familieleden en mantelzorgers geïnterviewd. De gesprekken vonden plaats van oktober 2014 tot aan januari 2015. De deelnemers zijn veelal mensen die aan de eerste ronde van het onderzoek hebben meegedaan in 2013. Het onderzoek is onderdeel van het programma ‘Aandacht voor Iedereen’. Dit is opgezet om leden van Wmo-raden en lokale belangenbehartigers te informeren over de decentralisatie en hen te adviseren over hun rol daarbij. De negen betrokken organisaties zijn: Ieder(in), Koepel Wmo-raden, LPGGz, Mezzo, Patiëntenfederatie NPCF, Oogvereniging, ouderenorganisatie CSO, Per Saldo, en Zorgbelang Nederland. Het programma Aandacht voor iedereen wordt gefinancierd door het ministerie van VWS.