“Deze vorm van gesloten jeugdzorg wordt in een hoog tempo aangepast. Dit gebeurt regionaal, zonder duidelijke landelijke sturing”, aldus de inspectie. “Stevige regie” van Rijk en gemeenten bij de afbouw is daarom nu nodig om een passend landelijk hulpaanbod te garanderen, zegt ze. Ze sprak met 81 jongeren en andere betrokkenen en keek in dertien instellingen rond.
Weinig zicht op jongeren met complexe problematiek
De inspectie vindt dat in ieder geval op korte termijn helder moet zijn welke JeugdzorgPlus-instellingen blijven bestaan. Er belanden al minder jongeren bij JeugdzorgPlus, maar er is volgens de IGJ intussen “weinig zicht op waar jongeren met complexe problematiek die intensieve en soms gedwongen jeugdhulp nodig hebben, verblijven en of zij daar passende jeugdhulp ontvangen”.
Ze wijst op het tekort aan en de onvoldoende toegankelijkheid tot specialistische jeugdhulp in het algemeen. “En er zijn ook onvoldoende vervolgplekken, zoals beschermd wonen, als jongeren geen behandeling meer nodig hebben. Als gevolg hiervan komen jongeren toch in de JeugdzorgPlus terecht, ze moeten er langer blijven of worden buiten hun eigen regio geplaatst.”
Vrijheidsbeperkende maatregelen
De inspectie stelt ook nog eens vast dat voor jongeren in sommige JeugdzorgPlus-instellingen de vrijheidsbeperkende maatregelen “nog te veel worden toegepast. Ook blijkt dat jongeren regelmatig worden overgeplaatst vanuit een gesloten instelling met meer vrijheden, naar een locatie waar juist veel vrijheidsbeperkende maatregelen worden toegepast. De rechtsbescherming van deze jongeren is daarmee niet op orde”. (ANP)