In Nederland maken 25 van de 65 regio’s gebruik van de module ‘integrale geboortezorg’ die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beschikbaar heeft gesteld per 2015. Hierbij zijn zo’n dertig van de tachtig verloskundige samenwerkingsverbanden betrokken. Dit schrijft minister Schippers (VWS) in een brief aan de Tweede Kamer.
De NZa-module biedt regio’s aanvullende financiële middelen om de kwaliteit van de verloskundige zorg te verbeteren, inclusief het bevorderen van de samenwerking en de professionaliteit. Met de module is in de regio’s gewerkt aan ‘de onderlinge samenwerking, de totstandkoming van gezamenlijke zorgpaden, gezamenlijke visie op geboortezorg en gezamenlijke trainingen’, schrijft Schippers.
De minister ziet de module als ‘een tussenstap naar verdere integratie van de verloskundige zorg’. “Alle regio’s die de module hebben ingezet, hebben dit gedaan om zich voor te bereiden op de invoering van integrale bekostiging. Het gebruik van de module heeft de vraag aangewakkerd naar duidelijkheid over de definitieve invoering van integrale bekostiging. Regio’s willen graag weten waar ze (nu en straks) aan toe zijn omdat er ingrijpende beslissingen aan verbonden zijn. Dat begrijp ik heel goed en daarom ben ik met die vraag aan de slag gegaan.”
Vrijwillig
Schippers wil de ‘volwaardige optie van integrale bekostiging geboortezorg’ in 2017 invoeren, zodat regio’s die willen overstappen dit vrijwillig kunnen doen. In de brief benadrukt de minister: “De optie voor een integraal tarief komt dus beschikbaar voor die verloskundige samenwerkingsverbanden die daarvoor zelf kiezen. Ik stel geen invoeringsdatum vast voor een integraal tarief voor iedereen maar laat de bestaande bekostiging in stand voor diegenen die daarvoor kiezen.” Ze kondigt aan dat ze de Nza een aanwijzing zal geven om de huidige prestatiestructuur voor zwangerschap en geboorte om te vormen naar negen multidisciplinaire producten.
De beroepsvereniging van verloskundigen KNOV reageert afwijzend op de brief van minister Schippers. Volgens de KNOV is er op dit moment ’te veel onduidelijkheid over de mogelijke onbedoelde gevolgen van integrale bekostiging en er zijn te veel knelpunten’. Ook vreest de beroepsvereniging dat de zelfstandige positie en ondernemerschap van de verloskundige in de geboorteketen op het spel komt te staan en dat de keuzevrijheid voor zwangeren sterk zal worden beperkt.
Hoofdaannemer
“Verloskundigen moeten in de toekomst hoofdaannemer kunnen zijn als het gaat om integrale bekostiging, dat levert de beste uitkomsten op voor moeder en kind”, stelt de KNOV. Verloskundige zorg in de eerste lijn zou bovendien 40 miljoen euro aan besparingen opleveren. De beroepsvereniging vindt dat integrale financiering geen doel op zich moet zijn en dat eerst de integrale zorg goed vormgegeven wordt in de regio’s. “Financiën vormen het sluitstuk, en dus alleen als de samenwerking goed op orde is.”
De Tweede Kamer heeft volgens de KNOV besloten om het besluit van de minister tot vrijwillige integrale bekostiging per 2017 te ‘stuiten’. De Kamerleden gaan volgende week schriftelijke vragen stellen over het besluit. Vervolgens zal de Kamer hierover tijdens het algemeen overleg van 23 juni met de minister debatteren. De KNOV kondigt aan de Kamerleden voorafgaand aan het debat uitvoerig te informeren over de problemen met de plannen van de minister.
Verloskundigen verzetten zich al langer tegen al te verregaande, integrale geboortezorg. Recent nog stemde een overgrote meerderheid van de KNOV-leden tegen de Zorgstandaard, die mede-ontwikkeld is door de beroepsorganisatie en waarin wordt gesteld dat een integrale, multidisciplinaire aanpak beter is voor moeder en kind. De leden vinden dat dit onvoldoende onderbouwd is.