Het meisje raakte vorig jaar ernstig gewond nadat ze zou zijn mishandeld door het pleeggezin waar ze was ondergebracht. Ze houdt daar de rest van haar leven last van. Volgens de inspecties zijn er zorgen “over het handelen van deze aanbieders in het algemeen”, en is er niet genoeg vertrouwen dat de organisaties hun zorg zelf kunnen verbeteren. De inspecties willen met het “geïntensiveerde toezicht” ook te weten komen of Enver en de WSS genoeg zicht hebben op de veiligheid van andere kinderen. De zorgen over Enver en de WSS komen niet alleen door de zaak van het pleegmeisje in Vlaardingen, maar ook door “andere toezichtsinformatie”. De IGJ en de IJV lichten dit niet verder toe.
WSS erkent fouten
De William Schrikker Stichting (WSS) erkent dat ze tekort is geschoten in haar rol als voogd voor het 11-jarige meisje dat ernstig is mishandeld door haar pleegouders. De stichting onderschrijft de conclusies van een donderdag gepubliceerd rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid.
“Onze organisatie was verantwoordelijk voor het zicht en de regie op de veiligheid van het meisje en daarin hebben we verzaakt”, zegt Pim van Uchelen, voorzitter van de raad van bestuur, in een schriftelijke reactie op het rapport. Hij noemt het “onverteerbaar” dat het pleegmeisje “zo’n triest lot moest ondergaan”. “Dat raakt ons diep en staat ver af van de standaarden die wij als organisatie hoog willen houden”, aldus Van Uchelen. Hij ging niet direct in op eventuele aanpassingen in de organisatie. De William Schrikker Stichting wil ook niet ingaan op de vraag of Pim van Uchelen, voorzitter van de raad van bestuur, aanblijft.
Onvoldoende vertrouwen
Het rapport van de inspecties trok harde conclusies over het gebrek aan optreden van de William Schrikker Stichting en Enver, de pleegzorgorganisatie die het meisje bij de pleegouders plaatste. De schrijnende situatie kon ontstaan doordat de hulp van beide organisaties “langdurig en veelvuldig tekortschoot”, concluderen de inspecties. De stichting neemt de aanbevelingen van het rapport over en zegt verbeteringen door te voeren.
De inspecties zeggen “onvoldoende vertrouwen” te hebben dat Enver en de William Schrikker Stichting “verbeteringen kunnen doorvoeren zonder dat de inspecties hier actief toezicht op houden”. Beide instanties komen daarom onder geïntensiveerd toezicht te staan, waarbij de inspecties in kaart brengen of de gesignaleerde tekortkomingen op grotere schaal spelen en of er sprake is van andere tekortkomingen. Doorgevoerde verbeteringen zullen door de inspecties worden beoordeeld.
De William Schrikker Stichting zegt onder meer alle jeugdbeschermingsdossiers door te zullen nemen om zogeheten “risicozaken” te identificeren. Ook worden de tekortkomingen in de zaak rond het Vlaardingse pleegmeisje besproken met alle teams en medewerkers van de stichting.
Het nu 11-jarige meisje werd in mei 2024 met zware verwondingen opgenomen in het ziekenhuis. Ze was toen niet aanspreekbaar. Een week later werden haar toen 37-jarige pleegouders aangehouden op verdenking van onder meer poging tot doodslag en zware mishandeling van het meisje.
Enver houdt vertrouwen in bestuurder, deelt conclusies rapport
Pleegzorgorganisatie Enver houdt ondanks de harde conclusies van een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid vertrouwen in Esther Reinhard, het enige lid van de raad van bestuur. Dat meldt de organisatie in een reactie op het rapport. De organisatie zegt de conclusies van het rapport te delen.
Enver plaatste het inmiddels 11-jarige meisje begin 2022 in het Vlaardingse pleeggezin. Hoewel Reinhard aanblijft als bestuurder, stelt Enver een tweede bestuurder aan om verbeteringen in de organisatie door te voeren. “We staan voor de grote opdracht om het vertrouwen van kinderen, ouders en opdrachtgevers te verdienen”, aldus de pleegzorgorganisatie in de verklaring.
Enver zegt “intens verdrietig en geschokt” te zijn over wat het meisje in het Vlaardingse pleeggezin is overkomen. “De maatschappelijke verontwaardiging is groot en die voelen wij ook.” Het rapport van de inspecties trok harde conclusies over het gebrek aan optreden van Enver en de William Schrikker Stichting, die voogdij over het meisje had. De schrijnende situatie kon ontstaan doordat de hulp van beide organisaties “langdurig en veelvuldig tekortschoot”, concluderen de inspecties. (ANP)