Oorspronkelijk zou het PGB 2.0 na een proef in Westland in september 2019 worden uitgerold in drie andere gemeenten. Nu blijkt dat ook het voornemen om in het voorjaar 2020 beperkt op te schalen, is doorgeschoven naar het derde kwartaal. De complete uitrol zal tot eind 2022 duren, zo blijkt uit het tijdspad dat De Jonge aan de Kamer heeft gestuurd.
Hoofdpijndossier
De invoering van het nieuwe PGB-systeem heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een serieus hoofdpijndossier. Met het verstrijken van de tijd zijn ook de kosten fors opgelopen. Volgens een berekening vorig jaar heeft het project al 33 miljoen euro gekost in plaats van de oorspronkelijk begrote 20,5 miljoen. De beheerkosten zijn geraamd op 9,4 miljoen euro per jaar.
‘Voorbereidingsomgeving’
Om het project vlot te trekken, kondigde De Jonge in maart aan de aansturing naar zich toe te halen, in de vorm van een regieorganisatie bij een van zijn eigen departementale directies. Van dit ferme voornemen is in de nieuwe Kamerbrief weinig terug te vinden. In plaats van over strakke regie spreekt De Jonge nu over het instellen van ‘een zogenoemde leer- en voorbereidingsomgeving’, die gemeenten moet helpen ervaring op te doen met het aansluitproces. “Op deze manier kan de invoeringsaanpak voor gemeenten worden beproefd en wordt inzichtelijk wat de impact van gemeentelijke aansluitingen op de invoeringsaanpak is”, aldus De Jonge.
Obstakels
Ook toont de minister begrip voor de obstakels die gemeenten tegenkomen bij de invoering van het PGB 2.0. Enkele voor gemeenten cruciale functionaliteiten zijn nog niet gerealiseerd. Hetzelfde geldt voor de aansluiting op het Gemeentelijk Gegevens Knooppunt. Ook hebben de gemeenten naast het PGB 2.0 nog een groot aantal ICT-gerelateerde onderwerpen op hun bordje, zoals de abonnementstarieven Wmo. “Het gevolg daarvan is dat de planning voor de aansluiting van gemeenten zeer zorgvuldig tot stand moet komen”, stelt De Jonge.
‘Zorgvuldigheid boven snelheid’
Dan is er nog de Programmaraad PGB2.0 die voor verzoeken tot aanpassing van de systematiek “een strikte en formele procedure” hanteert. Ook benadrukt De Jonge dat hij bij de invoering van PGB2.0 vanaf het begin het adagium “zorgvuldigheid boven snelheid” heeft gehanteerd.
Vereenvoudiging
De minister heeft ook goed nieuws. Op dit moment maken ongeveer 6.000 budgethouders en 10.000 zorgverleners gebruik van PGB2.0; zij waarderen het nieuwe portaal met een gemiddeld cijfer van 7,8. Ook meldt De Jonge dat hij samen met alle betrokken partijen “alle nog te ontwikkelen functionaliteiten en de benodigde technische aanpassingen gedetailleerd in kaart heeft gebracht”. Dit moet leiden tot “vereenvoudiging en standaardisatie” en daarmee tot een lagere ontwikkelinspanning.
Twijfelachtig
Toch zijn daarmee nog niet alle hobbels genomen. Waar gemeenten en zorgkantoren al enige ervaring hebben opgedaan met de invoering en het gebruik van PGB 2.0, moeten straks ook de zorgverzekeraars worden meegenomen. Met het oog hierop wordt in 2021 een uitgebreide impactanalyse uitgevoerd “om te bezien op welke wijze deze aansluiting het best kan worden vormgegeven”. Daarmee is invoering per begin 2022 twijfelachtig, aangezien uitvoerders van de Zvw vastzitten aan harde formele vereisten. In tegenstelling tot zorgkantoren en gemeenten die op een zelf gekozen moment in het jaar kunnen aansluiten, mogen zij dit alleen per 1 januari van een jaar doen, waarbij alle betrokken budgethouders in één keer worden aangesloten.