Iva Bicanic, hoofd Landelijk Psychotraumacentrum & Centrum Seksueel Geweld in Utrecht, is uitgeroepen tot de Meest Invloedrijke Persoon in de Publieke Gezondheid 2018. Zij kreeg de prijs uitgereikt tijdens het Nationale Congres Volksgezondheid.
De prijs werd uitgereikt namens GGD GHOR Nederland en de Federatie voor Gezondheid. Bicanic ontving de prijs vanwege haar niet aflatende inzet voor de slachtoffers van seksueel geweld, aldus de vakjury.
Slachtoffers
Bicanic zet zich er al jaren voor in dat zoveel mogelijk slachtoffers van seksueel geweld goed en snel geholpen kunnen worden. En bovenal dat herhaling wordt voorkomen. Wat tot nu toe een ‘persoonlijk’ probleem was, is nu een maatschappelijk issue geworden en haalt daarmee de slachtoffers van seksueel geweld uit het verdomhoekje. Mede dankzij haar inspanningen zijn er nu zestien Centra Seksueel Geweld die landelijk opereren. Voor slachtoffers betekent dat heel concreet dat elk slachtoffer van aanranding of verkrachting binnen een uur bij één van de locaties terecht kan.
Genomineerden
Andere genomineerden waren Renske Nijdam, adviseur gezondheid en milieu gezondheid West-Brabant en Mascha Kamphuis, jeugdarts en medisch directeur bij het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling. De vakjury roemt alle drie de finalisten: “De genomineerden zijn stuk voor stuk gepassioneerde professionals die ieder op hun eigen werkterrein enorm veel betekenen voor de publieke gezondheid in Nederland. Daarmee bouwen zij verder aan goede zorg voor Nederland.”
De winnaar is gekozen door een onafhankelijke vakjury bestaande uit oud-staatssecretaris Martin van Rijn, wethouder van Utrecht Victor Everhardt, hoofdredacteur van Skipr en Zorgvisie Simon Broersma en de oud-winnaars Wijk-GGD’ers Esther Pullen en Sarah Voss. Het is de negende keer dat de Federatie voor Gezondheid en GGD GHOR Nederland de verkiezing Meest Invloedrijke Persoon Publieke Gezondheid organiseerden. Eerdere winnaars waren onder andere Machteld Huber, jeugdarts van GGD West-Brabant Yvonne Vanneste, Wijk-GGD’ers Esther Pullen en Sarah Voss en verpleegkundig specialist Connie Rijlaarsdam.