Het jaarlijkse cliëntonderzoek in de jeugdzorg levert te weinig nuttige sturingsinformatie op. De jaarlijkse plicht tot dit onderzoek zou dan ook moeten worden geschrapt. Dat adviseren Stichting Alexander en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) aan het ministerie van VWS. Beleidswijzigingen moeten zo een kans krijgen vruchten af te werpen.
Stichting Alexander en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) stellen ook dat het cliënt-ervaringsonderzoek (ceo) in de toekomst efficiënter en flexibel van vorm, inhoud en frequentie moet zijn.
De aanbevelingen komen voort uit een pilot met de Modelvragenlijst Cliëntervaring Jeugd en Ouders. Daarin hebben tien gemeenten over 2016 de vragenlijst hebben gebruikt. Dat werd dit jaar opgevolgd door kwalitatief onderzoek. De resultaten zijn gepresenteerd in het eindrapport Van Meten naar Verbeteren.
De uitgeteste modelvragenlijst blijkt geen nuttige sturingsinformatie op te leveren. Het kwalitatieve onderzoek leverde meer verbeterpunten en heeft dus meer toegevoegde waarde.
Verder blijkt de jaarlijkse verplichting en het vaste moment waarop het onderzoek moet worden gedaan, niet handig. “Het ceo levert vooral sturingsinformatie op als het wordt uitgevoerd op een moment dat logisch is in de plaatselijke beleidscyclus, niet alleen jaarlijks, maar ook in een beleidsperiode”, aldus Stichting Alexander en het NJi.
Tot slot zouden gemeenten het onderzoek ook naar eigen inzicht moeten kunnen invullen. Gemeenten willen de vragenlijst bijvoorbeeld kunnen aanpassen voor specifieke doelgroepen of lokale speerpunten.