“Voor het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen moet een wettelijke grondslag zijn, tenzij er sprake is van een noodsituatie”, legt de IGJ uit. De inspectie sprak ook met jeugdigen die vertelden dat het pijn doet als ze bij hun arm worden beetgepakt. “De begeleiders vertellen dat ze hier geen training in krijgen, maar in de praktijk van elkaar leren hoe zij dit moeten doen”, vervolgt het inspectieverslag.
De directie moet op zoek gaan naar een alternatieve aanpak én afwegen “of de geboden hulp voor deze jeugdigen passend is”. Van een begeleider vernam de inspectie dat de instelling “met signaleringsplannen wil gaan werken om escalaties te voorkomen”, maar dat systeem is nog niet ingevoerd.
Reflectie
De stichting heeft ook vestigingen in Noord-Holland en Utrecht en verzorgt daar onder meer dagbehandeling voor kinderen tot jongvolwassenen met een autismespectrumstoornis, ADHD of een hechtingsstoornis. Specifiek gaat het om mensen die elders niet terechtkonden of bij andere instellingen zijn “vastgelopen”. Het is niet de eerste keer dat er problemen zijn geconstateerd. In 2019 zag de IGJ ook al tekortkomingen. Daar is te weinig aan gedaan, vindt de inspectie. Die zegt maar “beperkt vertrouwen” te hebben in het vermogen van de instelling om hier zelfstandig verbetering in te brengen.
Een verbeterpunt van destijds was dat begeleiders te weinig gelegenheid kregen om te reflecteren op hun eigen handelen en op dat van collega’s. Na vier jaar is dat nog steeds niet op orde en dat rekent de IGJ het Robertshuis “zwaar aan”.
Het Robertshuis zegt de verbeterpunten “uiterst serieus” te nemen. Met het opstellen van een “ambitieus verbeterplan” is inmiddels een begin gemaakt. De directie geeft verder aan dat met een “moeilijke doelgroep” wordt gewerkt en vindt zelf dat daarin “prachtige resultaten worden geboekt”.