Financiële schade
Aanvankelijk was het ministerie van VWS niet bereid de regeling, die tot 1 juli liep, te verlengen. Daarop liet de Nederlandse ggz weten dat mede hierdoor instellingen financiële schade zouden leiden van enkele tienduizenden euro’s per maand per instelling. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft vanochtend bekendgemaakt dat deze kosten worden gecompenseerd tot 31 december 2020.
Grootste probleem van de jeugdzorg blijft dat hun gemiste zorgomzet (vijf à tien procent) vanaf 1 juli niet meer wordt gecompenseerd. Daarom stoppen jeugdzorginstellingen binnenkort duizenden behandelingen, want anders komen ze in financiële problemen. Dat verwacht Nellieke de Koning, voorzitter van platform Gezond Opgroeien van brancheorganisatie de Nederlandse ggz en bestuurder bij jeugdzorginstelling Spirit en bij de Bascule, het academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie.
Vergoeding gemeenten
De verlenging van de regeling voor meerkosten door corona verloopt via een vergoeding die gemeenten ontvangen via een verhoging van de bestaande uitkeringen in het Gemeentefonds, laat de VNG vandaag weten. De VNG heeft hierover gisteren afspraken gemaakt met het kabinet.
Om de administratieve lasten rondom deze corona-meerkosten zoveel mogelijk te beperken, ontwikkelt het Ketenbureau een speciaal registratieformulier. Voor de verrekening van de kosten richting aanbieders worden gemeenten dringend opgeroepen dit formulier te gaan gebruiken.
Richtlijnen RIVM
Bij de meerkosten dient altijd een direct verband te kunnen worden gelegd tussen de coronamaatregelen en de richtlijnen van het RIVM, staat in de regeling: “U kunt denken aan beschermingsmiddelen zoals mondkapjes en handschoenen, extra inzet van medisch personeel voor de beoordeling van ziekteverschijnselen of voor de verzorging van cliënten die in quarantaine zijn.”
De regeling geldt bovendien voor: “Extra huur van locaties om de 1,5 meter afstand te organiseren, extra inhuur personeel vanwege verminderde inzetbaarheid van personeel door de coronamaatregelen (zoals thuisblijven bij klachten) of juist vanwege extra werkzaamheden als gevolg van de coronamaatregelen en vormen van alternatieve zorgverlening die hogere kosten dan reguliere zorg met zich meebrengen.”