De overgang van de jeugdzorg staat bij gemeenten nog onvoldoende op de bestuurlijke agenda bij gemeenten. Dit blijkt uit een quick scan uitgevoerd onder Brabantse gemeenten in opdracht van de provincie Brabant.
Uit de quick scan blijkt weliswaar dat de helft van de gemeenten bezig is met de nieuwe taken op het gebied van ondermeer de jeugd-ggz, de georganiseerde eerstelijnszorg en de gesloten jeugdzorg, maar dat het vooral ambtenaren zijn die zich met het onderwerp bezig houden. “Op bestuurlijk niveau is dit nog onvoldoende een thema”, constateren de onderzoekers. “Op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau kunnen acties worden ondernomen om de transitie centraler te stellen. Met name op bestuurlijk niveau is nog terrein te winnen.”
Capaciteit
De onderzoekers constateren tevens dat bijna vier van de tien gemeenten zich afwachtend opstellen. Gemeenten zeggen veelal nog niet over voldoende informatie te beschikken om actie te ondernemen. Daarnaast willen gemeenten graag meer weten over inhoudelijke zaken op het gebied van jeugdzorg, ggz en gehandicaptenzorg, het huidige aanbod en de inkoop van zorg. Een kwart van de gemeenten zegt bovendien behoefte te hebben aan extra uitvoeringscapaciteit.
Positief
Ondanks de lacunes in kennis en mankracht hebben de gemeenten positieve verwachtingen over de transitie van de jeugdzorg. Volgens de gemeenten betekent de transitie dat hulp en ondersteuning voortaan dichter bij de cliënt komen te staan, met meer ruimte voor preventie en uitgaand van de eigen kracht van gezinnen en hun informele netwerk. Ook wordt hulp en ondersteuning eenvoudiger, transparanter en minder bureaucratisch. Daarnaast verwachten de gemeenten dat hulp sneller op gang komt, doordat indicaties niet meer nodig zijn.