Gemeenten kunnen de gigantische vraag naar jeugdzorg niet aan. Het leidt tot enorme tekorten. Tijd om grenzen te stellen zeggen gemeenten en hoogleraren.
“De vraag naar zorg is gigantisch toegenomen en wij moeten leveren wat wordt gevraagd. De marktwerking neemt ongezonde vormen aan.” Dat zegt burgemeester Jan Brenninkmeijer van Waalre in Binnenlands Bestuur. Er moet volgens hem een maatschappelijke discussie komen over de reikwijdte van de zorgplicht van gemeenten. Waalre kampt bijvoorbeeld met een tekort van 1,5 miljoen euro op een rijksbudget van 4,2 miljoen euro. “Het loopt gierend uit de klauwen”, aldus de burgemeester.
Jeugdhulpplicht
Over de reikwijdte van de gemeentelijke jeugdzorgplicht is al langer discussie. Onlangs nam de Tweede Kamer een motie aan die minister De Jonge (VWS) oproept om samen met gemeenten het kader van de jeugdhulpplicht te verkennen. Nu is de Jeugdwet volgens de Kamerleden zo ruim omschreven, en interpreteren gemeenten het ook zo ruim, dat allerlei zaken eronder vallen die niet bij deze zorg horen. Van kindercoaching, paardentherapie, bso-plus en huiswerkbegeleiding-plus. Ze worden allemaal uit de jeugdzorgpot betaald. Voor de begrotingsbehandeling van 2020 moet de Kamer over die verkenning worden geïnformeerd.
De gemeentelijke jeugdzorgplicht moet dan ook worden ingekaderd, stelt Raymond Gradus, hoogleraar Bestuur en Economie van de Publieke en Non-profit sector aan de Vrije Universiteit in Binnenlands Bestuur. Zolang iedereen anders denkt over de inhoud van die begrippen, en betrokken partijen dus lang elkaar heen praten, wordt het nooit wat met de transformatie, stelt Rob Gilsing, lector Jeugdhulp in transformatie aan de Haagse Hogeschool.
Prikkel
Ook hebben gemeenten zorgaanbieders te veel ruimte gegeven om het volume aan geleverde zorg te vergroten. Er mist vanuit de gemeenten een prikkel, stelt gezondheidseconoom Xander Koolman (Vrije Universiteit). “Je moet in het gesprek met de zorgaanbieder zeggen: dit is je budget en daar moet je het mee doen. Wachtlijsten mogen niet oplopen, dus de aanbieder moet steeds weer keuzes maken: heeft het nog zin om deze jongere nog langer te begeleiden of niet, is hij uitbehandeld en kan ik door naar de volgende. Die verantwoordelijkheid moet je bij de zorgaanbieder leggen. Gemeenten moeten hen een prikkel meegeven om daar verstandig mee om te gaan. Daar hou je dan toezicht op”, aldus Koolman in Binnenlands Bestuur.