Dat blijkt uit onderzoek van het Nivel in Nederland, België, Engeland, Spanje en Italië. In totaal deden er 3414 kinderen en hun ouders/verzorgers aan mee, van wie 331 uit Nederland.
Ziektelast
Het onderzoek bracht de ziektelast in kaart van jonge kinderen die met een RS-virusinfectie bij de huisarts komen. Deze ziektelast omvatte het ziekteverloop (symptomen, ziekteduur en complicaties), het zorggebruik (huisarts- en spoedeisende hulp bezoeken, ziekenhuisopnames en medicatiegebruik) en de maatschappelijke impact (werkverzuim van ouders/verzorgers).
Kinderen met een RS-virusinfectie waren gemiddeld twaalf dagen ziek en bezochten daarvoor gemiddeld 2,4 keer de huisarts. Bij kinderen in Nederland lag het huisartscontact gemiddeld op 1,4 keer, terwijl het in Spanje twee keer zo hoog was (3,0 keer). Ook zijn er duidelijke verschillen in het aantal voorschriften voor antibiotica en corticosteroïden door de huisarts.
Opvallend is dat het percentage ziekenhuisopnames door RS-virusinfecties sterk verschilt tussen de landen. In Nederland werd 4 procent van de kinderen na het huisartsenbezoek opgenomen, terwijl dit in België bijvoorbeeld wel 44 procent was.
Ziekteverzuim ouders
Bijna de helft van de ouders (46 procent) gaven aan minimaal een dag vrij te hebben genomen van werk om voor hun kind te zorgen. Gemiddeld namen ouders drie dagen verlof op, dit is inclusief degenen die geen verlof opnamen. In Spanje namen ouders gemiddeld 1,3 dagen verlof op, in België 4,1 en in Nederland was het gemiddeld 3,0 dagen.
Preventie
De bevindingen uit deze studie kunnen bijdragen aan beleidsbeslissingen over het al dan niet beschikbaar stellen van nieuwe preventieve middelen tegen het RS-virus. Vanaf het najaar van 2025 wordt in Nederland een preventieve antistof ‘nirsevimab’ toegevoegd aan het Rijksvaccinatieprogramma.
Hiermee kunnen baby’s worden beschermd tegen het RS-virus tijdens hun eerste winterseizoen. Voor kinderen van 1-5 jaar is er momenteel nog geen preventief middel of vaccin beschikbaar.