Jos de Blok, directeur en oprichter van Buurtzorg Nederland, ligt ’s nachts wakker over de cliëntvolgende bekostiging en de toekomst van de wijkverpleging. In zijn essay op LinkedIn (ook te lezen op Zorgvisie als blog) legt hij uit waarom de toekomstplannen hem zo emotioneel raken. Hij trekt de parallel met de invoering van de taakgerichte werkwijze en de indicatiestelling in de thuiszorg in de jaren negentig. Daarvoor stond in de plaatselijke kruisvereniging, waar de wijkverpleegkundigen toen werkten, de vertrouwensrelatie tussen zorgverlener en de zieke mens centraal. Dat zorgde vanzelf voor het voorkomen van onnodige zorg en inzet op zelfredzaamheid.
Indicatiestelling wijkverpleging
Maar dat veranderde in 1995 met de invoering van de objectieve indicatiestelling. Deze indicatie gaf cliënten recht op een bepaald aantal minuten zorg per product voor een bepaalde periode. Volgens De Blok leidde dit tot “een bureaucratie en frustratie, waardoor 50 procent van de wijkverpleegkundigen het vak verliet”. “De zorg explodeerde en daar waar de capaciteit die nodig was jaar na jaar gelijk bleef, is die in tien jaar tijd het tienvoudige geworden. Dit is hoe ondoordachte systemen uitwerken.”
Integrale tarief wijkverpleging
Met de komst van Buurtzorg Nederland in 2007 ging het geleidelijk weer de goede kant op met de wijkverpleging, vervolgt De Blok. Wijkverpleegkundigen konden weer zelf vaststellen welke zorg er nodig was. En door de invoering van het integrale tarief werd de administratie sterk vereenvoudigd. De inzet van zorg daalde sindsdien met 40 procent. Doordat ook collega-zorgaanbieders de Buurtzorg-werkwijze overnamen, leidde dit tot een daling van het budget met 25 procent. Waar VWS voorheen 4 miljard euro reserveerde in de zorgbegroting, is er nu nog maar 3 miljard euro nodig.
Cliëntprofielen in de wijkverpleging
De invoering van de bekostiging wijkverpleging op basis van cliëntprofielen bedreigt deze gunstige ontwikkeling, stelt De Blok. VWS (oud-minister Hugo de Jonge) en de NZa (oud-voorzitter Marian Kaljouw) besloten daartoe in 2019, omdat er ‘iets’ moest gebeuren in de wijkverpleging. Terwijl volgens De Blok vrijwel iedereen tevreden was en is over het integrale tarief.
Nieuwe bekostiging wijkverpleging
Het resultaat is een systeem met zestien cliëntprofielen, waaraan een zak geld is gekoppeld. Zorgaanbieders krijgen dat budget sowieso uitbetaald, zonder dat zeker is dat ze die uren zorg ook leveren aan cliënten. “De organisaties die in een eerste pilot hebben meegedaan zijn er financieel ook flink op vooruitgegaan. Een belangrijke reden voor Actiz (brancheorganisatie voor zorgorganisaties, red.) om het werken met profielen te ondersteunen. Ook V&VN (beroepsorganisatie verpleegkundigen en verzorgenden, red.) liet zich overtuigen om eraan mee te werken omdat het ‘de positie van wijkverpleegkundigen zou versterken’.”, schrijft De Blok.
Onderbehandeling en cliëntselectie
De Blok vreest net zo’n dramatische ontwikkeling als in de jaren negentig. “Net als toen wordt niet de dynamische zorgrelatie als uitgangspunt voor de financiering van de wijkverpleging genomen, maar een model met 16 cliëntprofielen. De wijkverpleegkundige ontwikkelt zich steeds meer tot een hiërarchische en administratieve functie. De profielen nodigen uit tot ‘onderbehandeling’ en ‘cliëntselectie’, zoals ook in andere landen waar al jaren met dit model wordt gewerkt, is bewezen. De 72.000 verpleegkundigen en ziekenverzorgenden worden de hulpjes van de wijkverpleegkundigen en velen van hen zullen afhaken, evenals de wijkverpleegkundigen die hun vak vooral als zorgverlener zien.”
Bijval en …
De Blok krijgt op Linkedin veel bijval uit uiteenlopende hoeken; van wijkverpleegkundigen, andere zorgverleners tot mensen uit het onderwijs en andere zorgsectoren. Zo zegt Derk van Zon, accountmanager zorgverzekeraars in het Dijklander ziekenhuis: “We moeten eens stoppen met over de zorg praten in plaatst van met de zorgprofessionals (de wijkverpleegkundige zelf). Hoeveel van 100 miljard geven we inmiddels uit aan (vaak averechts werkende) regels en bureaucratie? 50 procent? Als we nu eens de helft van die regels schrappen en geld uitgeven aan salarisverhoging voor de zorgprofessionals (25 procent? loonsverhoging?) hebben we dan nog een toegankelijkheidsprobleem?”
Kritiek Jeroen van den Oever
Tegengas krijgt De Blok van bestuurder Jeroen van den Oever van Fundis. Hij stelt dat de daling van het budget wijkverpleging in de zorgverzekeringswet komt door twee oorzaken. In de eerste plaats een verschuiving van de Zvw naar de Wlz doordat meer mensen met een wlz-indicatie thuis blijven wonen. Volgens Van den Oever verklaart dat ongeveer 600 miljoen euro van het verschil. Ten tweede komt door ‘gestegen doelmatigheid’. “Die is niet door enig individueel bedrijf of specifieke werkwijze veroorzaakt maar door veranderde wetgeving in 2015. Sindsdien indiceren wijkverpleegkundigen zelf en dat heeft tot grote vermindering van de inzet geleid. Een prestatie van alle wijkverpleegkundigen!”
Over het nut van cliëntprofielen
Volgens De Blok vergist Van den Oever zich echter. Hij wijst erop dat het al sinds 2007 mogelijk was voor wijkverpleegkundigen om te indiceren en voor zorgaanbieders om een integraal tarief af te spreken. De Blok daagt Van den Oever uit om met argumenten te komen waarom de cliëntprofielen zo belangrijk zijn. “Als bestuurder van een grote vvt-organisatie en Actiz verwacht ik dat een heldere visie op het nut van de profielen in relatie tot de ontwikkeling van de wijkverpleging in Nederland. Ik zou het op prijs stellen dat je die visie op LinkedIn met ons wilt delen.”
Kritiek op NZa
Expliciet kritisch is De Blok ook op Johan Rijneveld, nadat deze NZa-directeur Regulering een post heeft geplaatst over de invoering van de cliëntprofielen. “Johan, Johan toch!! Het lijkt op een marketingcursus: hoe verkoop ik iets wat niet deugt. Je weet dat de meeste zorgverleners in de wijkverpleging hier tegen zijn en dat de effecten, net als dbc’s, desastreus zijn. Een echt inhoudelijk gesprek wil je niet. Zullen we samen het zorginstituut om een advies vragen?”
VWS en NZa negeren Buurtzorg
De Blok heeft zich eerder al in interviews op Zorgvisie kritisch uitgelaten over de cliëntprofielen. Op verzoek van de Tweede Kamer hebben VWS en NZa in 2023 Buurtzorg betrokken bij de gesprekken over de toekomst van de wijkverpleging. Maar in de beleving van De Blok zijn die gesprekken voor de bühne: “Buurtzorg is door VWS en de NZa buiten de gesprekken gehouden, omdat we ons zorgen maakten over de consequenties. Na achttien jaar van bouwen had ik de indruk dat we recht hebben op een inbreng in deze discussie; die is door VWS en de NZa volledig genegeerd. Ik voorzie dezelfde dramatische ontwikkeling als in de jaren negentig en zo vlak voor m’n afscheid van Buurtzorg en de wijkverpleging doet me dat ontzettend pijn.”
Debat Tweede Kamer
De Tweede Kamer debatteert op 10 april over de nieuwe bekostiging wijkverpleging.
Olaf Wijman
De zorg glijdt steeds verder af! Een giga brevet van onvermogen. En niet alleen van de bekende miskleunende politici. En organisaties als VenVN kijken er naar en daar blijft het bij.
Peter Koopman
Laten we deze discussie recht doen en met passende begrippen met elkaar spreken. Laat het doel van dit gesprek zijn: “elkaar begrijpen en tot oplossing komen”.
Het gaat hier over “wijkverpleging” en niet over “de Zorg”. Nederland heeft veel te danken aan de professionele zorgverlening thuis! De wijkverpleegkundige en de verzorgende IG ( vroeger: ziekenverzorgende ) in de wijk zijn zelfstandig van aard en hun beroepsuitoefening wordt en werd zeer gewaardeerd.
De organisatie van wijkverpleging is niet geheel gelijk aan die van de verpleeghuiszorg of ziekenhuiszorg. Het “Kruiswerk” kent langjarig een eigen cultuur en als professionele organisatievorm o.a. minder hiërarchisch dan bijvoorbeeld veel verpleeghuizen met grotere omvang en meer lagen in de organisatie, oa ook door verschillen in functies en formele bekwaamheden aldaar.
De wijkverpleging ( beter “de thuisverpleging” ) is gericht op mensen in hun eigen woonsituatie en dus privé gericht en in samenhang met zelfzorg, familiezorg en mantelzorg. Op enige afstand speelt de huisarts ( beter: wijkarts en spoedpost ) of ouderengeneeskundige enz. een geneeskundige rol.
Maar verpleegkundig specialisten AGZ of GGZ, wijkverpleegkundigen, verpleegkundigen in de wijk en verzorgenden IG zijn “bloedverwant” aan hun collega’s die in andere zorgbranches werken op het gebied van professionele hulp inzake de zorg voor individuele gezondheid. Derhalve zie ik hier een belangrijke opgave voor VenVn, de nationale beroepsorganisatie voor en van deze zorgprofessionals.
Ook de werkgevers, collega’s van Buurtzorg, in de branche Thuiszorg ( de “t” van VVT ) en andere, spelen hier een inhoudelijke rol.
Het voordeel van Buurtzorg is dat naast bestuurlijke en organisatorisch know how, in de top van die organisatie ook de verpleegkundige know how aanwezig is. En die bestuurder meent dat de huidige plannen verstorend zijn!
Maar ik pleit hier voor het kiezen voor onderling overleg en geen openbare toestanden. De pers gaat ermee lopen en de betreffende patiënten en hun familie enz. zijn komen (over hun hoofden) in het geding. Dat is onjuist !
Onze wijkverpleging is veel te kwetsbaar voor dit “nationaal gedoe”.
En ook de hopelijk voortdurende zorgverlening door oa verpleegkundigen wordt daardoor misschien “kind van de rekening”!
Immers het doel is hier “Zorgverlenen”. En de “betaling” daarvan een middel.
Schuiringa
Beste Jos de Blok,
Je hebt helemaal gelijk.
Je maakt één denkfout. Je denkt dat VWS, NZA,ZN, IGJ, zorgverzekeraars het beste met de patient voor hebben.
Dat hebben ze niet.
Al deze organisaties zijn al in de macht van de WEF cs.
Deze denken in de termen van The Great Depopulation. Van de 8 miljard mensen mogen er maar1 miljard overblijven.
Maak dat iedereen uit de zorg wegloopt. Geen zorg dan iedereen dood.
Kijk altijd door de WEF bril
Gerard Groeneveld
Het is in en in triest om te moeten constateren dat een van de weinige positieve ontwikkelingen weer om zeep wordt geholpen door bureaucraten van het ministerie en zorgverzekeraars. Het levenswerk van een man die met ziel en zaligheid heeft gewerkt, nagedacht en ontwikkeld op basis van ervaring en feeling wat de werkvloer motiveert.
Ik heb Jos mogen leren kennen als een man met een gigantische idealistische drive.
Een bewezen werk- en denkwijze wordt om zeep geholpen door veelvuldige op het podium verschijnende ministers, ambtenaren die vooral bezig zijn om zichzelf te profileren I.p.v. te leren en te luisteren naar mensen met kennis en ervaring.
En dan de V&VN. Een zwaar gesubsidieerde organisatie die al jaren bezig is met vooral de status van de HBO verpleegkundigen te regelen ten koste van alle verzorgenden en verpleegkundigen. Hoog tijd dat de overheid de stekker uit deze club trekt.
Jos, het ga je goed. Je hebt je sporen verdiend. Je hebt met Buurtzorg de beroepsgroep teruggegeven wat ze verdienen en nodig hebben. Waardering en professionele erkenning.
Je had en hebt gelijk!
Gerard Groeneveld