Dat heeft staatssecretaris Folkert Idsinga (Fiscaliteit en Belastingdienst) tegen de Tweede-Kamercommisie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gezegd in een debat over het opheffen van het handhavingsmoratorium van de wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties): “De Belastingdienst zal niet op een hysterische manier gaan handhaven vanaf 1 januari.”
Deze week werd al bekend dat zzp’ers geen naheffing of boete krijgen bij schijnzelfstandigheid. Werkgevers betalen een ‘verzuimboete’ van 10 procent van de verschuldigde inkomstenbelasting, maar met een maximum van 5514 euro. Normaal is dat 50 procent zonder maximum. Ook geldt die naheffing met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025 – normaal is dat vijf jaar. Idsinga beloofde de Kamercommissie dat belastinginspecteurs “zeer zeer terughoudend” zullen zijn met boetes: “Om rust te brengen”.
Eerst een aanwijzing
Dat kan onder meer door opdrachtgevers eerst een aanwijzing te geven voordat wordt overgegaan tot het geven van een boete en naheffing van belasting en premies. Dan moet wel duidelijk zijn dat een opdrachtgever bezig is geweest het aantal schijnzelfstandigen in zijn organisatie af te bouwen.
Om opdrachtevers en zzp’ers te helpen, begint de Belastingdienst eind deze maand een voorlichtingscampagne. Eerder zijn ‘marktteams’ opgericht die opdrachtgevers, brancheorganisaties en belastingadviseurs inlichten over de wijze waarop de fiscus gaat handhaven. Dat was een antwoord van Idsinga op vragen van Kamerleden die de wet DBA onduidelijk vinden.
Wet DBA is onduidelijk
“De wet DBA is sinds 2016 niet veranderd en nog net zo onduidelijk als toen”, aldus Thierry Aartsen (VVD). Hij wees op de onrust bij opdrachtgevers en zzp’ers, maar ook op de verschillende visies over de wet DBA. Onder meer de Algemene Rekenkamer, de Hoge Raad en enkele gerechtelijke uitspraken geven een verwarrend beeld over wat er wel en niet mag, meende Aartsen.
Andere fractiewoordvoerders, onder meer van NSC en GroenLinks-PvdA, wezen op de voordelen voor zzp’ers om in loondienst te werken, met name voor de laagst betaalden. Die worden volgens hen vaak gedwongen om als zzp’er te werken: met een laag uurloon, weinig sociale zekerheid en een onzekere arbeidsrelatie.
Ongelijkheid werknemers-zzp’ers
Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) sprak zijn wens uit om de ongelijkheid tussen werknemers en zzp’ers door handhaving van de wet DBA te verminderen. Zzp’ers betalen geen pensioen- of WW-premie en zijn vaak niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Toch kunnen ze een (gedeeltelijk) beroep doen op gemeenschapsvoorzieningen als ze werkloos raken of met pensioen gaan. Bovendien vindt Hijum dat werknemers meer bestaanszekerheid hebben dan zzp’ers.