Het kabinet zegde eerder al 300 miljoen euro toe, dat gaat van die noodzakelijke 1,9 miljard euro af. Daarnaast hebben kabinet en gemeenten afspraken gemaakt over maatregelen om op de kosten te besparen en daarmee wordt naar verwachting 214 miljoen euro bespaard op de uitgaven. Dan blijft er een bijdrage voor volgend jaar over van 1,314 miljard euro.
Na 2022
De arbitragecommissie sprak zich ook uit over de jaren na 2022, tot en met 2028. Ook voor die jaren zijn er miljarden extra nodig, oordeelde ze. Dat oordeel “dient als zwaarwegende inbreng voor de kabinetsformatie”, stellen het ministerie van Volksgezondheid en de Vereniging Nederlandse Gemeenten in een gezamenlijke verklaring.
Stelsel hervormen
Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) is blij met het akkoord, maar stelt ook dat “de oplossing voor de lange termijn niet alleen een kwestie van geld is, er zijn ook maatregelen voor nodig”. Volgens hem is “doorgaan op dezelfde weg geen optie”.
Het stelsel moet hervormd worden. Dat vinden ook de gemeenten. Er zal volgens Blokhuis daarbij gekeken moeten worden naar welke hulp onder de Jeugdwet moet vallen, of er zoveel aanbieders van zorg moeten blijven en of er niet meer regionaal moet worden samengewerkt.
De bewindsman gaat ervan uit dat de gemeenten de besparing van ruim 200 miljoen realiseren. Als het toch niet lukt, is de staatssecretaris niet bereid direct “bij te lappen”. “Dan moeten we kijken waar dat aan ligt.”
Reacties: ‘wrang’ en ‘gerechtigheid’
Vakbond CNV Zorg & Welzijn noemt het “wrang” dat het tot een arbitragezaak moest komen. De bond vindt het wel mooi dat het geld er komt, maar volgens voorzitter Anneke Westerlaken “moeten we beseffen dat het slechts om een oplossing gaat voor één jaar”. CNV roept het kabinet op de gelden ook echt duidelijk voor de jeugdzorg te “oormerken”. “Voorkomen moet worden dat het geld wegsijpelt naar administratie, overhead, absurde winsten van jeugdzorg-cowboys en bijzaken.” Overheadkosten zijn kosten die een organisatie aan zichzelf besteedt.
VNG-voorzitter Jan van Zanen is blij dat er duidelijkheid is voor volgend jaar. “Maar we zijn er nog niet”, waarschuwt hij. “Voor de jaren daarna moeten afspraken worden gemaakt met het nieuwe kabinet. Wij gaan ervan uit dat het nieuwe kabinet net als het demissionaire kabinet ook conform de uitspraak zal handelen.”
Sinds de gemeenten in 2015 verantwoordelijk werden voor de jeugdzorg kampen ze met tekorten. “Vandaag voelt als gerechtigheid”, reageerde Eelco Eerenberg (wethouder in Utrecht en lid van VNG-subcommissie Jeugd). Jeugdzorg kampt met volgens hem grote werkdruk, veel administratieve rompslomp en lange wachtlijsten. Ongeveer 10 procent van de jongeren zit al in de jeugdzorg. “Dat moeten we keren.”