Tot afgelopen week leken er maar ruim duizend ic-bedden nodig voor patiënten met het coronavirus, naast de ruime vijfhonderd bedden die nodig zijn voor andere ernstige klachten. Maar de vooruitzichten zijn de voorbije dagen verslechterd.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) meldde dinsdag dat nu zeker 1039 mensen zijn overleden door het coronavirus. Het werkelijke aantal overledenen ligt hoger, omdat sterfgevallen soms pas na enkele dagen worden doorgegeven aan het RIVM.
Volgens de laatste cijfers lagen er dinsdagavond rond 19.45 uur 1080 coronapatienten en 59 mensen die waarschijnlijk met het virus zijn besmet op de intensivecareafdelingen, meldt stichting Nationale Intensive Care Evaluatie (NICE). Dit aantal kan hoger liggen, omdat de registratie soms achterligt. Ziekenhuizen geven opnames op de ic door aan NICE.
Vier keer zo veel tests
Het aantal coronatests wordt de komende weken verviervoudigd, zo kondigt het kabinet verder aan. In eerste instantie moet zorgpersoneel vaker worden getest, maar uiteindelijk moeten tests ook beschikbaar komen voor mensen buiten de zorg.
Tot dusver worden alleen mensen die in het ziekenhuis werken getest als zij klachten hebben die aan het coronavirus doen denken. Vanaf volgende week gaat dat ook gelden voor personeel dat met kwetsbare mensen werkt buiten het ziekenhuis. Bijvoorbeeld in de verpleeghuizen en in de thuiszorg.
De ongeveer 4000 tests die nu dagelijks worden uitgevoerd, moeten er binnen enkele weken 17.500 worden, zegt ‘coronaminister’ Hugo de Jonge. Vervolgens hoopt hij de testcapaciteit zelfs te verhogen tot 29.000 per dag. Dan kunnen ook mensen buiten de zorg worden getest, zoals in andere landen met succes gebeurt.
Tot dusver was Nederland veel zuiniger met tests dan veel andere landen. Spaarzaamheid was geboden vanwege de schaarste aan testmateriaal, maar ook omdat het volgens deskundigen niet zinvol zou zijn, stelde het kabinet.
Nu er meer testbenodigdheden beschikbaar komen, “passen we de richtlijnen aan”, zegt De Jonge. Hij heeft het team van deskundigen dat het kabinet bijstaat in de coronacrisis gevraagd wie als eerste in aanmerking moet komen voor de extra tests. “Natuurlijk de mensen in de zorg”, was het antwoord volgens de minister. “Stap voor stap”, als er genoeg testbenodigdheden beschikbaar komen, kunnen uiteindelijk ook andere groepen worden getest.
Het kabinet zoekt ook naarstig naar tests die kunnen aantonen of iemand al Covid-19 heeft gehad, door antistoffen tegen het virus in het bloed aan het licht te brengen. Mensen die de ziekte hebben doorstaan en zo immuun zijn geworden, kunnen dan weer aan de slag. Bovendien wordt dan duidelijk of kwetsbare mensen al beschermd worden door immune anderen om hen heen, de zogeheten groepsimmuniteit.
RIVM start onderzoek groepsimmuniteit
Het RIVM onderzoekt intussen hoeveel mensen afweerstoffen hebben tegen het nieuwe coronavirus. Hiervoor worden 6000 mensen uitgenodigd uit het hele land en van alle leeftijdsgroepen. Op meerdere momenten, verspreid over de komende maanden meet het RIVM afweerstoffen in het bloed. Met de resultaten wil het RIVM meer te weten komen over de verspreiding van het virus en de opbouw van groepsimmuniteit bij alle leeftijden.
Het onderzoek wordt een aantal keren herhaald. Na elke ronde kunnen de onderzoekers volgens het RIVM meer te weten komen over de opbouw van groepsimmuniteit in de bevolking. Ook wordt onderzocht hoe lang die afweerstoffen in het bloed blijven en of ze van goede kwaliteit zijn. Hieruit moet ook duidelijk worden of op langere termijn een tweede infectie voorkomen kan worden. Het onderzoek duurt in totaal anderhalf jaar. Het RIVM verwacht de resultaten van de eerste ronde in mei.
De deelnemers zijn mensen die eerder meededen aan het PIENTER-onderzoek. PIENTER is een langlopend onderzoek onder de Nederlandse bevolking naar de afweer tegen infectieziekten. (ANP)