Volgens Kaljouw kunnen collectieve gezondheidsdoelen alleen gehaald worden als ‘onafhankelijke’ instanties als de NZa, het Zorginstituut en de IGJ meer doorzettingsmacht krijgen. “Iedereen is het eens over het belang van preventie en uitkomstgerichte zorg, maar er verandert al vijftien jaar niks”, aldus Kaljouw recentelijk in Zorgvisie. “Met alleen polderen komen we er niet. Om knopen door te hakken is doorzettingsmacht nodig.”
Niemand verantwoordelijk
Een goed middel om toezichthoudende instanties meer houvast te geven is volgens gezondheidseconoom Mierau het bij wet vastleggen van collectieve gezondheidsdoelen. ‘Nu is er – behalve de burger zelf – juridisch gezien niemand verantwoordelijk voor onze gezondheid”, aldus Mierau. “De zorgverzekering is een schadeverzekering, er is niemand die wordt afgerekend op collectieve doelen.”
Milieuwetgeving als voorbeeld
Naar analogie met de huidige milieuwetgeving pleit Mierau er voor om gezondheidsnormen in de wet vast te leggen. “Daarin leggen we sinds jaar en dag fijnmazig vast hoeveel er van bepaalde uitstootstoffen in het milieu mogen komen. Op het moment dat die norm overschreden wordt, kunnen burgers de overheid ter verantwoording roepen en moet de overheid vervolgens actie ondernemen.”
Normen
Mierau denkt in dit verband aan normen als een maximaal aantal mensen met chronische aandoeningen of overgewicht. Dit dwingt individuele burgers niet om hun voedingspatroon of eetgewoonten aan te passen, maar zorgt er wel voor dat de overheid beleid ontwikkelt om binnen de wettelijke grenzen te blijven.
Steun
De indieners van de motie, te weten Atje Kuiken (PvdA) en Willem-Jan Renkema (GroenLinks) verzoeken nu de regering om de Kamer een voorstel te zenden óf en, zo ja, hoe collectieve gezondheidsdoelen wettelijk kunnen worden verankerd. Alleen de VVD onthield steun aan de motie.