AppleMark
Een betere en toegankelijker derdelijnszorg. Dat is wat academisch expertisecentrum Kempenhaeghe nastreeft. Technologie, menselijke maat en samenwerking zijn daarbij de sleutelwoorden, stelt bestuursvoorzitter Marlène Chatrou. “Wij verbinden de care en de cure aan onderwijs en wonen. Die verbinding brengt meer kracht. Wetenschappelijk en qua innovatie. Maar ook de kracht van de lol om het samen te doen.”
“Mensen met epilepsie worden vaak te laat doorverwezen naar een gespecialiseerd centrum”, zegt Chatrou tegen interviewer Willem Wansink in het oktobernummer van Skipr magazine. “Soms heeft een patiënt al enkele jaren epileptische aanvallen voor die bij ons komt. Dat kan onherstelbare beschadiging opleveren, terwijl het had kunnen worden voorkomen. Het doet mij pijn als ik dit zie, zeker als kleine kinderen onnodig cognitieve schade oplopen.”
Volgens Chatrou is epilepsie in veel gevallen goed behandelbaar in het ziekenhuis, maar bij een kwart van de patiënten lukt behandeling niet. Chatrou: “De specialist houdt de patiënt dan te lang en moddert door.”
Gerichte expertise
Dus bekijkt Kempenhaeghe, het academisch expertisecentrum voor epilepsie, slaapstoornissen en neurologische leer- en ontwikkelingsstoornissen met vestigingen in Heeze, Sterksel en Oosterhout, hoe de derdelijns zorg beter en toegankelijker kan worden. “Wij denken na over andere vormen van consultatie. Neem het epilepsienetwerk waaraan we werken. Daarmee willen we onze expertise gerichter aanbieden op de poliklinieken van andere ziekenhuizen. Of we beginnen een risicospreekuur in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Want bijna een derde van hen heeft epilepsie.”
Chatrou is ervan overtuigd dat ook in de zorg voor mensen met een beperking technische oplossingen steeds belangrijker worden; voorheen werd vooral uitgegaan van medische oplossingen. “Vroeger dachten we dat als je maar kon aanwijzen waar epilepsie in de hersenen zit, dat je het dan kon opereren”, zegt zij.
Samenwerking
De inpassing van technologie mag wat haar betreft niet ten koste gaan van de menselijke aandacht. Daarbij is samenwerking met andere instellingen cruciaal, stelt ze. Door de samenwerking met andere zorginstellingen in de regio wordt innovatie sneller tastbaar gemaakt voor patiënten. In dit verband wijst Chatrou op de samenwerking tussen Kempenhaeghe, de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), de regionale topzorginstellingen Máxima Medisch Centrum en Catharina ziekenhuis en Philips. Hun gezamenlijke doel is technologische innovatie en kennisdeling.
Om elkaars kwaliteiten optimaal te benutten werd half juni het Eindhoven MedTech Innovation Center (e/MTIC) officieel geopend; de drie ziekenhuizen brachten er hun hoog-complexe hoog-volumezorg in. De ontwikkeling van het brein staat voorop. “Laten wij nou net heel goed zijn in dat brein”, zegt Chatrou.
Nabijheid
Naast kennis en competenties die elkaar aanvullen is ook nabijheid van belang voor het welslagen van een dergelijke samenwerking. Chatrou haalt econometrisch onderzoek aan waaruit blijkt dat nabijheid de belangrijkste factor van succes is binnen een samenwerking. “Het voordeel van nabijheid is puur dat het op fietsafstand is. Je kent elkaar. Het is makkelijker en houdbaarder als je die nabijheid hebt.”
Lees het interview met Marlène Chatrou in Skipr magazine 08, oktober 2018.