Professionals en zorgaanbieders krijgen een grotere rol bij de indicatiestelling in de AWBZ. Zorgverzekeraars nemen bij de uitvoering van de AWBZ de rol van de zorgkantoren over. En de financiering volgt zo veel mogelijk de cliënt. Dat zijn de belangrijkste voornemens van het kabinet ten aanzien van de AWBZ.
Onbetwistbare behoefte
Volgens ramingen van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) stijgt het gebruik van AWBZ gefinancierde zorg de komende jaren met 28 procent. De vraag naar verzorging en verpleging neemt met 40 procent toe. Om deze problemen het hoofd te bieden presenteerde heeft staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid vrijdag een uitgebreid pakket van maatregelen en voornemens. Uitgangspunt voor de staatssecretaris is dat AWBZ-zorg in de toekomst beschikbaar moet blijven voor iedereen die een “onbetwistbare behoefte” heeft aan langdurige zorg.
Bureaucratie terugdringen
Om de hinder rond de indicatiestelling die cliënten, professionals en aanbieders ervaren, terug te dringen wil de staatssecretaris zorgprofessionals en zorgaanbieders een actievere rol geven. Door middel van een digitaal indicatieadvies zouden ze afgifte van het indicatiebesluit door het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ) kunnen vereenvoudigen.
Om de bureaucratie terug te dringen wil de staatssecretaris bovendien dat zorgverzekeraars minder gegevens vragen bij aanbieders. Alleen bij gerede twijfel over de rechtmatigheid van geleverde zorg zouden verzekeraars aanvullende informatie moeten vragen. Aanbieders verplichten zich in ruil hiervoor wel om alleen zorg op basis van de normen voor verantwoorde zorg te leveren.
Concurrentie in de AWBZ
Daarnaast wil de staatssecretaris de uitvoering van de AWBZ in handen van de zorgverzekeraars geven. Nu nog wordt de uitvoering door de zorgkantoren gedaan, maar daar kleven volgens Bussemaker flinke nadelen aan. Door het ontbreken van een directe relatie tussen zorgkantoor en verzekerde, kennen zorgkantoren geen prikkel om cliëntgericht te werken. Cliënten zijn overgeleverd aan het zorgkantoor in hun regio. Anders dan bij zorgverzekeraars kunnen ze in geval van ontevredenheid niet kiezen. Bovendien is een situatie waarin verzekeraars elkaar bij de uitvoering van de AWBZ helpen, terwijl ze concurreren op de markt voor de basisverzekering principieel moeilijk houdbaar.
Door zorgverzekeraars vanaf 2012 delen van de AWBZ voor hun eigen verzekerden te laten uitvoeren ontstaat volgens Bussemaker een betere samenhang tussen de AWBZ en de zorgverzekering. Bovendien hoeven verzekerden dan nog maar bij een loket aan te kloppen voor al hun zorgvragen.
Geld volgt cliënt
Bij de bekostiging van de AWBZ wil Bussemaker verder werk maken van de omslag van aanbod- naar vraagsturing. Dit betekent een financieringssysteem waarbij niet de instelling, maar de cliënt centraal staat. Met dit doel voor ogen wil Bussemaker de bekostiging wordt steeds meer persoonsvolgend maken. Hierbij heeft de cliënt het budget weliswaar niet zelf in handen, zoals bij het persoonsgebonden budget (pgb), maar volgt het budget een cliënt, ook wanneer die bijvoorbeeld naar een andere zorgaanbieder gaat. Bussemaker denkt dat hierdoor aanbieders worden geprikkeld tot het leveren van doelmatige en goede zorg. Ook wil Bussemaker een experiment met zorgvouchers. Bepaalde cliëntengroepen krijgen tegoedbonnen voor zorg in natura.