Met circa een half miljoen medisch-technologische hulpmiddelen groeit de behoefte aan een goede beoordelingsprocedure. Maar volgens de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) is een uniforme beoordelingsmethodiek onmogelijk.
Nieuwe medische technologie moet voor gebruik in kliniek of thuissituatie grondig beoordeeld worden, volgens het KNAW-rapport ‘Evaluation of new technology in health care’. Maar een toelatingsprocedure mag ook weer niet zo ingewikkeld zijn dat de introductie van waardevolle hulpmiddelen te lang op zich laat wachten.
Het rapport maakt duidelijk dat een one-size-fits-all benadering niet werkbaar is en dat er dus verschillende evaluatieroutes mogelijk zijn. Nieuwe technologie voor de gezondheidszorg moet veilig zijn, maar ook werken zoals bedoeld. Dit geldt zowel voor apparatuur die door artsen wordt gebruikt als voor hulpmiddelen die patiënten zelfstandig gebruiken, zoals diagnostische tests en bloeddrukmeters.
Idealiter is bij de introductie bekend dat nieuwe medische technologie minstens zo goed is als wat er al op de markt is, en ook prijstechnisch interessant. Kostenoverweging is zeker geboden, gezien de omvang van de investeringen die er vaak mee gemoeid zijn.
Van medische robots tot infuuspompen
Er komen steeds meer medische hulpmiddelen beschikbaar voor diagnose, behandeling en monitoring, variërend van medische robots, MRI-scanners en echoapparatuur tot infuuspompen. Innovaties volgen elkaar steeds sneller op. Onderzoeken of nieuwe medische apparatuur voordelen heeft, welke voordelen dat zijn en voor wie (patiënt, arts of anderen), is niet eenvoudig. Naast technische kwaliteit en veiligheid, moeten ook verschillende criteria voor gebruik en gebruikers, verwachte effecten en bijwerkingen in zo’n onderzoek tot hun recht komen, evenals verwachte kosten.