De overheid hoort strikt toezicht uit te oefenen op de vroege meldplicht van fabrikanten in het geval van leveringsproblemen van geneesmiddelen. Dit stelt de branchevereniging voor apothekers KNMP in een brief aan de vaste commissie voor VWS, in de aanloop naar het Algemeen Overleg Geneesmiddelenbeleid van 13 april 2016.
Voorzitter Gerben Klein Nulent vraagt aandacht voor het geneesmiddelentekort, omdat uit de statistieken van KNMP Farmanco
blijkt dat dit een steeds groter probleem wordt. In de afgelopen vijf jaar zijn de tekorten verviervoudigd. Klein Nulent wijst erop dat deze tekorten er in de buurlanden vaak niet zijn. “De tekorten hebben regelmatig een enorme impact op de patiënt omdat substitutie tot verergering van de ziekte leidt, zoals bij Thyrax voor schildklierpatiënten en bij carbamazepine voor epilepsiepatiënten.”
De KNMP-voorzitter pleit verder voor een professionele vrijheid voor de apotheker om bij een tekort de patiënt het beste alternatief aan te bieden, zonder financiële consequenties voor patiënt of apotheker. Want, schrijft Klein Nulent: “Als het de apotheker al lukt om voor de patiënt een buitenlands middel te importeren, dan zijn daarmee veel tijd en extra kosten gemoeid. Bovendien is het middel altijd duurder. Zorgverzekeraars zijn daarin vaak niet coulant en willen het alternatieve medicijn vaak niet aan de patiënt vergoeden.”
Leveringszekerheid
De KNMP-voorzitter verzoekt de Kamerleden verder bij minister Edith Schippers (VWS) aan te dringen op leveringszekerheid bij toelating van het geneesmiddel in het basispakket, en ook bij aanbesteding door zorgverzekeraars voor het preferentiebeleid, met passende sancties bij nalatigheid. De kosten van niet-beschikbaarheid zouden ten laste moeten komen van de verantwoordelijke partijen: de zorgverzekeraar of de fabrikant.
De oorzaak van de tekorten ligt volgens Klein Nulent in de onaantrekkelijke markt die Nederland vormt voor fabrikanten: “Nederlandse patiënten gebruiken relatief weinig medicijnen en de prijzen zijn bijzonder laag”. Geneesmiddelen zijn in Nederland volgens hem “extreem goedkoop”. Om die reden wijken fabrikanten uit naar het buitenland, waar ze een hogere prijs voor hun product krijgen. Zo worden Nederlandse patiënten afhankelijk van een enkele fabrikant, wat de beschikbaarheid nog meer in gevaar brengt.