Het bestuur van de verloskundige beroepsvereniging KNOV en het bestuur van het College Perinatale Zorg (CPZ) zijn overeengekomen om weer samen te gaan werken. Het CPZ-bestuur heeft de kou uit de lucht gedaan door enkele toezeggingen te doen aan de KNOV.
De KNOV zegde in april het vertrouwen in het CPZ-bestuur op en trok zich terug uit alle CPZ-activiteiten, omdat voorzitter Chiel Bos de babysterfte in de schoenen van verloskundigen zou hebben geschoven. Inmiddels heeft het CPZ-bestuur een handreiking gedaan aan de KNOV. Zo heeft het bestuur een visie geformuleerd op de eigen rol, waarin samenwerking tussen alle partijen en een open dialoog centraal staan. Het CPZ-bestuur gaat met alle partijen werken aan een hernieuwde gezamenlijke agenda om de geboortezorg in Nederland verder te verbeteren.
Verder zal er in het najaar een gesprek plaatsvinden tussen de KNOV en de nieuwe CPZ-voorzitter Geri Bonhof. Zij volgt op 1 oktober Chiel Bos op. De nieuwe voorzitter gaat het gesprek aan om de organisatie van het gezamenlijk CPZ-overleg te “herijken”. Het CPZ-bestuur heeft volgens de KNOV benadrukt dat (klinisch) verloskundigen een onmisbare rol vervullen binnen de integrale geboortezorg.
Zelfstandige praktijkvoering
Het CPZ heeft de KNOV laten weten binnen de verloskundige samenwerkingsverbanden voldoende ruimte te zien voor handhaving van zelfstandige praktijkvoering. Het CPZ wil een “verbindende rol” spelen en samen met alle geboortezorgprofessionals de zorg aan moeder en kind verbeteren door integrale zorg verder vorm te geven. Bovendien is afgesproken dat naast het brancheoverleg, dat vier keer per jaar plaatsvindt, er ook een aantal keer per jaar een bilateraal overleg tussen de voorzitters komt, onder andere om de samenwerking en voortgang te evalueren.