26064034
De honderd grootste zorgaanbieders hebben in 2016 in totaal 8 miljoen euro aan intern toezicht besteed. Dit is 2 miljoen euro meer dan in 2011 toen Skipr voor de circa 600 leden van raden van toezicht een bedrag van 6 miljoen euro turfde. Veertig procent van de onderzochte toezichthouders zit boven het bezoldigingsadvies van de NVTZ.
De stijging hangt samen met de opgehoogde bezoldigingspercentages voor interne toezichthouders, zoals vastgelegd in de WNT2. Leden van raden van toezicht mogen sinds de invoering in 2016 maximaal 10 procent in plaats van 5 procent van een bestuurderssalaris verdienen. Voor voorzitters geldt een maximum van 15 procent in plaats van 7,5 procent. Met deze verhoging wil de Tweede Kamer “concreet erkenning geven aan de groeiende verwachtingen aan en verantwoordelijkheden van interne toezichthouders”, aldus de Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel.
Toch is dit naar alle waarschijnlijkheid niet het hele verhaal. Anders dan enkele jaren geleden hadden zorginstellingen in 2016 als gevolg van Europese regels te maken met een btw-verplichting ten aanzien van toezichthouders. Daarmee zou het feitelijke bedrag dat de honderd grootste aanbieders voor toezicht betalen niet 8 miljoen euro, maar bijna 10 miljoen euro kunnen zijn.
Interpretatieverschillen
Wat verder opvalt zijn de soms forse verschillen in de bezoldiging van toezichthouders. Deze verschillen lijken niet altijd goed te verklaren uit het achterliggende puntenstelsel zoals vastgelegd in de WNT. In concreto komen deze bezoldigingsregels neer op een absoluut jaarmaximum van 17.900 euro voor leden en 26.850 euro voor voorzitters. Deze maxima zijn voorbehouden aan organisaties met een jaaromzet van 300 miljoen euro of meer, verschillende financieringsbronnen en een hoge mate van complexiteit en kennisintensiviteit. Raden van toezicht gaan in de praktijk op verschillende wijze met deze criteria om. Zo kende de vijfhoofdige raad van toezicht van het UMCG (jaaromzet 1,2 miljard euro) onder leiding van oud-politica Andrée van Es zichzelf in 2016 een gezamenlijke bezoldiging van iets meer dan 63.000 euro toe, royaal onder de WNT-norm. De raad van toezicht van het ADRZ (omzet 207 miljoen euro) koos juist voor de hoogste bezoldigingscategorie, waarmee de zeven leden in 2017 samen goed waren voor een bedrag van 134.000 euro, meer dan dubbel zoveel als het UMCG.
Overgangsrecht
Vrijwel alle toezichthouders van de honderd grootste instellingen blijven onder het WNT-maximum. Uitzondering vormen de toezichthouders van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis. Met een bezoldiging van 34.356 euro was jurist Joep Hubben in 2016 de best betaalde voorzitter. Ook de leden zaten met 22.904 boven de bezoldigingsnorm. Als verklaring voor de overschrijding wordt in het jaarverslag verwezen naar het overgangsrecht. Het ETZ geeft aan geen behoefte aan verder commentaar te hebben.
De Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en welzijn (NVTZ) adviseert toezichthouders terughoudendheid bij eventuele verhoging van de bezoldiging. De NVTZ acht maxima van 8 en 12 procent van een bestuurderssalaris passend, oftewel 14.320 euro en 21.480 euro. Statistische analyse leert dat van de 634 onderzochte toezichthouders 40 procent boven deze adviesnorm zit.
Passend
“Over die bedragen kun je lang discussiëren, maar het is een vorm van beloning voor mensen met gerijpte CV’s, die ze hebben verworven na een intensieve loopbaan. Als die zich als zzp’er verhuren is het uurtarief aanmerkelijk hoger”, zegt NVTZ-voorzitter Erik Dannenberg. “De wetgever heeft een verhoging mogelijk gemaakt. Wij hebben daar niet om gevraagd, maar in het licht van de toegenomen verantwoordelijkheid, tijdsbeslag en aansprakelijkheid vinden wij het passend. Met het hele scholings- en accreditatietraject vraagt het veel meer van toezichthouders dan vroeger. Ook het afbreukrisico is groter. Vroeger keek iedereen naar de bestuurder als het misging, tegenwoordig gaat de camera vrij snel richting toezichthouders.”
Lees de volledige analyse van de maatschappelijke meerwaarde van intern toezicht in Skipr magazine 01/02, 2018.