B&A deed het onderzoek naar aanleiding van de bevindingen van de rekenkamercommissies in de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal en Tubbergen. Gemiddeld stegen de jeugdzorgkosten in Nederland sinds 2015 met 47 procent – in Twente was dat 60 procent.
Binnen de regio zijn er ook forse verschillen. “Enschede kent een relatief bescheiden kostengroei van 6 procent in deze periode, terwijl de gemeente Borne in hetzelfde tijdsbestek een groei van 125 procent heeft gerealiseerd. In de meeste gemeenten nemen de uitgaven echter met 30 procent tot 80 procent toe”, aldus de adviseurs.
Gezinnen
Er is volgens de onderzoekers geen eenduidige verklaring voor de kostenstijgingen. Zo heeft een aantal kleinere gemeenten – zoals Borne en Dinkelland – hogere kosten doordat zich in hun gemeenten de laatste jaren veel gezinnen met kinderen en zorgboerderijen hebben gevestigd. “Vanwege het woonplaatsbeginsel komen de kosten voor deze zorg dan voor rekening van deze gemeenten”, geeft B&A aan.
In andere gemeenten – met name in Almelo en Enschede – wonen relatief veel mensen met een minder sterke sociaaleconomische positie. Volgens de onderzoekers hebben deze inwoners doorgaans eerder te maken met opvoedingsproblematiek, waardoor vaker een beroep moet worden gedaan op de jeugdzorg.
Verder – concludeert B&A – is in Twente sprake van minder tolerantie dan in de rest van Nederland, waardoor kinderen met afwijkingen of tekortkomingen eerder bij de jeugdzorg belanden. “Als een kind even iets niet kan, dan moet er meteen hulp bij. Het gevolg is dat vaker oplossingen worden gezocht in specialistische jeugdhulp. Deze verklaring is door meeste gemeenten benoemd”, laten de onderzoekers weten.
Aanbevelingen
In het rapport doet B&A verschillende aanbevelingen om de Twentse jeugdzorgkosten in de toekomst niet nog verder te laten stijgen. Een daarvan is het instellen van een budgetplatfond. Dat is er namelijk niet. En dat stimuleert jeugdzorgaanbieders vanzelfsprekend niet om efficiënter te opereren, suggereren de onderzoekers.
In lijn daarmee is ook het Twentse inkoopmodel voor verbetering vatbaar. Het model is nu vooral gericht op het realiseren van het beste zorgresultaat. “Kostenbeheersing is geen doel geweest bij de keuze voor en inrichting van het inkoopmodel”, stelt B&A, dat aanbeveelt de kostencomponent een dominantere rol te laten spelen in het model.