De Nederlandse life science-sector onderscheidt zich volgens KPMG op dit moment internationaal met ‘hoogwaardige research en ook de Nederlandse oncologie, cardiologie, immunologie en neurologie’. Ons land levert echter een bescheiden bijdrage aan het opsporen en genezen van ziekten. De adviesorganisatie constateert dat in Nederland wel ‘heel veel randvoorwaarden aanwezig zijn om een ‘life sciences hub’ van wereldklasse te worden’.
Obstakels
Camal Handor, partner bij KPMG’s Strategy Group: “Een aantal belangrijke obstakels staat de verdere ontwikkeling van de Nederlandse life sciences sector duidelijk in de weg. Zo kent Nederland een complex, gefragmenteerd en relatief kleinschalig financieringslandschap, beschikken wij over weinig grote farmaceutische en biotechbedrijven, kent ons land beperkingen als het gaat om het delen en gebruiken van data en is de relatie tussen de branche en de overheid niet optimaal. Bovendien is de sector in Nederland relatief versnipperd.”
Samenwerking
Het is volgens de adviesorganisatie van belang dat de life sciences-sector en de overheid beter samenwerken. Nederland zal alleen dan in staat zijn om talentvolle mensen aan te trekken en vast te houden, veelbelovende startups voor ons land te behouden en gerenommeerde partijen aan te trekken, stelt David Ikkersheim, partner bij KPMG Health.
Dure geneesmiddelen
Voor wat betreft de relatie tussen de sector en de overheid is het volgens Ikkersheim essentieel dat er een voorspelbaar en zakelijk proces komt voor toegang tot de markt voor dure geneesmiddelen. “Hierbij gaat het om het bepalen wat een faire prijs is voor een product. Daarnaast onderzoekt de overheid de mogelijkheid om door middel van dwanglicenties patenten te kunnen breken, waardoor dure geneesmiddelen goedkoper op de markt gebracht kunnen worden. Een gevolg hiervan kan zijn dat de bereidheid van bedrijven om te investeren in R&D of productieactiviteiten in Nederland minder wordt.”