Het is uiteindelijk aan minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid) om te bepalen wat er met de afdelingen gebeurt. Hij schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat hij deze maand in gesprek gaat met patiënten, de zorg en allerlei andere betrokkenen en dan begin volgend jaar een definitief besluit neemt. Hij merkt daarbij ook op dat er sinds 1993 nog veel meer rapporten met adviezen over dit onderwerp zijn verschenen. Het is “een discussie die al zo’n drie decennia loopt”, aldus de minister.
Tijd nodig
Kuipers merkt op dat de NZa-analyse toont dat zowel sluiting als het open houden van afdelingen “altijd effecten zal hebben voor patiënten”. “Er kunnen maatregelen nodig zijn om aan deze effecten tegemoet te komen en de continuïteit van andere vormen van zorg dan de interventies bij aangeboren hartafwijkingen, te waarborgen. Er zal ook tijd nodig zijn voor de transitie en de verandering zal zorgvuldig begeleid moeten worden.”
Weer om tafel
De minister kondigde vorige maand al aan dat hij pas begin 2023 een definitief besluit zou nemen, omdat hij na verschijning van de NZa-analyse eerst weer met de betrokkenen om tafel wilde. (ANP)