Assorted pills and capsules over euro money
Bij pay-for-performance wordt er betaald op basis van het behaalde resultaat. Het kan een manier zijn om bepaalde nieuwe medicijnen sneller bij de patiënt te krijgen. Daarbij gaat het vaak over medicijnen die bij sommige patiënten wel werken en bij andere niet. Het kan ook gaan over medicijnen waarvan een langetermijneffect wordt verwacht, dat onzeker is. Ook kan het zijn dat niet meteen duidelijk is of patiënten na een behandeling nog andere zorg nodig hebben. Die therapieën leggen nu een lang traject via Zorginstituut Nederland af voordat ze goedgekeurd worden en dan nog kan de vaak hoge prijs een drempel zijn voor de toegang.
Erg optimistisch beeld
De VVD vroeg in juni 2021 of het principe pay-for-performance vaker kan worden toegepast bij medicijnen. Een motie van VVD-Kamerlid De Vries van die strekking vond steun in de Kamer. In een reactie op deze motie laat Kuipers weten dat er al mondjesmaat met dergelijke constructies wordt gewerkt, maar dat er nog veel haken en ogen aan blijken te zitten. “Er bestaat soms een erg optimistisch beeld over de bijdrage die pay-for-performance zou kunnen leveren aan snelle beschikbaarheid van geneesmiddelen”, tekent de minister hierbij aan. “Ik wil daarom opmerken dat niet zeker is of de inzet van pay-for-performance inderdaad leidt tot een versnelling in de toegang voor patiënten. Dit wordt mede veroorzaakt door de complexiteit van een dergelijke afspraak.”
Effect pas na jaren duidelijk
Zowel in Nederland als in het buitenland is wat ervaring opgedaan met pay-for-performance. In de jaren 2012-2014 heeft in Nederland een pilot plaatsgevonden voor het astma-middel omalizumab (Xolair). Bij dit middel droeg de pay-for-performance-constructie wel bij aan de doelmatige inzet ervan, omdat er duidelijke criteria waren om te kunnen vaststellen wanneer het middel níet werkte. Sindsdien is pay-for-performance nog een aantal keer voorgesteld in een advies van het Zorginstituut (bijvoorbeeld bij gentherapieën zoals Yescarta, Luxturna, Zolgensma en Zynteglo).
Uit deze ervaringen werd volgens Kuipers ook duidelijk waar de knelpunten nog liggen. Zo is het vaak lastig om te bepalen wat je moet meten om te kunnen vaststellen of een geneesmiddel heeft gewerkt of niet. Bij gentherapieën is het effect van een behandeling soms pas na jaren aantoonbaar. “Een jarenlange pay-for-performance-afspraak kan om meerdere redenen lastig zijn, bijvoorbeeld omdat de standaardzorg in de loop der tijd kan veranderen of vanwege de relatief korte resterende patentperiode”, schrijft de minister aan de Kamer.
Financiële risico’s
Bij pay-for-performance moet het financiële risico op de een of andere manier gedeeld worden. Die verdeling leidt tot discussie. Welk deel komt voor rekening van de maatschappij en welk deel komt voor rekening van de producenten? Een pay-for-performance-model kan ook extra administratieve rompslomp met zich meebrengen. De uitkomsten moeten immers per middel afzonderlijk worden geregistreerd en geanalyseerd.
Hoewel het dus nog best complex is, wil Kuipers pay-for-performance bij medicijnen nog niet helemaal afschrijven. Goede afspraken over de beoogde behandelresultaten, duidelijke financiële regelingen en een uitvoerbare registratie zijn randvoorwaarden. De bewindsman wijst erop dat er ook alternatieven zijn, die het Zorginstituut momenteel al gebruikt of onderzoekt. Zo kan het Zorginstituut extra onderzoek laten doen naar een middel of een prijskorting bedingen bij onzekerheid over de effectiviteit van een middel. Samen met het Zorginstituut wil Kuipers steeds per behandeling kijken of pay-for-perfomance zinvol is. “We bekijken gezamenlijk de mogelijkheid tot een pilot bij een of meer geneesmiddelen.”
Niet uitgesloten
“Ik begrijp dat er vraag is naar vergoedingsmodellen waarbij alleen wordt afgerekend voor patiënten waar het geneesmiddel gezondheidswinst heeft opgeleverd”, schrijft minister Kuipers tot slot. “Tegelijkertijd moet ook rekening gehouden worden met de geïdentificeerde aandachtspunten en randvoorwaarden voor pay-for-performance. Dit betekent niet dat pay-for-performance als model wordt uitgesloten. De toegevoegde waarde is momenteel echter nog onvoldoende duidelijk.”