Foto: kieferpix /Getty Images/iStock
De twee bekostigingsvormen blijven voorlopig dus allebei bestaan. De Integrale Geboortezorg Organisaties (IGO’s) die al gebruikmaken van de integrale bekostiging, kunnen dat blijven doen. Zorgaanbieders die mono-disciplinair willen declareren, kunnen dat ook blijven doen. Het voorstel om in 2028 helemaal met de mono-disciplinaire bekostiging te stoppen is van tafel.
Kuipers moest in het eerste halfjaar van 2022 wel een besluit nemen over de toekomst van de integrale bekostiging. Het gebruik daarvan is namelijk op basis van een experiment, waarin de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tijdelijk een nieuw soort bekostiging toestaat. Zo’n experiment kan maximaal vijf jaar bestaan. De integrale bekostiging heeft er al een jaar bijgekregen, dankzij een motie van de Tweede Kamer, tot januari 2023. Om de gebruikers op tijd duidelijkheid te geven, moest de NZa voor juli 2022 laten weten of het experiment zou stoppen. Nu krijgt de NZa dus de opdracht om een beleidsregel te schrijven die de integrale bekostiging opneemt als reguliere bekostiging.
Knelpunten integrale bekostiging
Daarmee is de kous echter niet af. Er moet nog altijd worden gewerkt aan een beter passende bekostiging van de geboortezorg. De minister kiest ervoor om dat proces langs twee sporen te laten verlopen. Op spoor 1 staat de integrale bekostiging als regulier alternatief. Kuipers wijst erop dat de IGO’s die er gebruik van maken, er positieve ervaringen mee hebben. Hij wil deze organisaties de ruimte geven om te “investeren, meerjarencontracten aan te gaan en zorgverschuiving naar de eerste lijn verder vorm te geven”.
Uit onderzoek is echter ook gebleken dat er haken en ogen aan de integrale bekostiging zitten. “De meest prominente uitvoeringsvraagstukken en oplossingsrichtingen rondom integrale bekostiging gaan over administratieve lasten en verdelen achter de voordeur”, schrijft Kuipers. “Ik wil de komende periode dan ook graag met IGO’s aan de slag om knelpunten die zich voordoen bij integrale bekostiging weg te nemen.”
Cliëntprofielen
Op spoor 2 staat de doorontwikkeling van de huidige, monodisciplinaire bekostiging richting een passende bekostiging. Dat de huidige bekostiging niet past bij integrale geboortezorg, daarover lijkt iedereen het wel eens. Dat de geboortezorg integraal moet zijn, staat buiten kijf. De Zorgstandaard Integrale Geboortezorg is al in 2016 opgenomen door Zorginstituut Nederland. Uit verschillende onderzoeken zijn uitgangspunten gekomen voor een bekostiging die hier beter bij past.
Een van deze uitgangspunten is het werken met cliëntprofielen, een soort beeld van de cliënt om de zorgvraag in kaart te kunnen brengen. Kuipers stelt voor om deze cliëntprofielen te gaan ontwikkelen, in eerste instantie zonder deze meteen te koppelen aan bekostiging. Volgens Kuipers kunnen cliëntprofielen namelijk ook helpen om de kwaliteit van zorg te meten en vergelijken.
Samenwerking bekostigen
Een ander uitgangspunt dat uit de onderzoeken komt, is dat ‘samen organiseren’ nodig is en dat dit niet vrijblijvend kan zijn. Samen organiseren kost echter ook tijd en geld. Daarom zou er een aparte bekostiging moeten komen voor de coördinatie van samenwerking.
“Het afzonderlijk bekostigen van een coördinerende functie voor samenwerking kan stimulerend werken”, stelt Kuipers. “Hieraan zou een breder pakket aan maatregelen voor de verbetering van kwaliteit kunnen worden gekoppeld, waarbij verdere stappen worden gezet in de integrale manier van werken inclusief het mogelijk apart stimuleren van de samenwerking met een afzonderlijke bekostiging.”
Acute verloskunde
Tot slot hebben de partijen uit de geboortezorg in een van de onderzoeken laten weten dat ze de acute geboortezorg apart bekostigd willen zien. “Ik vind het belangrijk dat de acute verloskunde in samenhang gezien wordt met het toekomstbestendig maken van de acute zorg”, schrijft Kuipers hierover. “Ik zal de acute verloskunde om die reden daarbij betrekken en voor de acute geboortezorg geen apart traject opstarten.”
Voor- en tegenstanders
Het geheel is een compromis, waarmee Kuipers tegemoet probeert te komen aan zowel voor- als tegenstanders van de integrale bekostiging. De partijen moeten immers samen verder werken aan een passende bekostiging. De minister noemt dit “het best haalbare voor nu”. De afgelopen maanden kreeg hij nog een door 100 duizend cliënten en zorgverleners ondertekende petitie tegen de integrale bekostiging aangeboden. De vereniging van de verloskundigen KNOV, een van de meest uitgesproken tegenstanders, vroeg onlangs nog per brief om ermee te stoppen.
De KNOV laat dan ook weten teleurgesteld te zijn door het voornemen van Kuipers om de integrale bekostiging regulier te maken. “Dit wordt nu gebracht als een compromis. In 2017 was het ook een compromis dat er een experiment met integrale bekostiging kwam. Ik vraag me af wat over nog eens vijf jaar het compromis zal zijn. Voor ons voelt het als stapsgewijze invoering”, zegt een woordvoerder van de vereniging.
De KNOV heeft er geen vertrouwen in dat het tweesporenbeleid tot een andere uitkomst dan integrale bekostiging zal leiden. “Het is een tweesporenbeleid in woorden, niet in daden. In de praktijk gaat de aandacht voornamelijk naar integrale bekostiging, terwijl die door maar 10 procent van de geboortezorg wordt gebruikt. Het meeste onderzoek wordt gedaan bij de IGO’s”, zegt de KNOV-woordvoerder. De verloskundigen vestigen hun hoop op de Tweede Kamer. “Die kan de minister nog de opdracht geven om zijn voornemen niet uit te voeren.”
B. Verhoeven
Het is belachelijk hoeveel tijd en energie dit experiment kost en vooral het geld wat hierin in rook op gaat.. Dat geld kan beter worden gestopt in de kraamverzorgendende die zwaar onder betaald worden. In betere verdeling zorguren. De klant mag geen uren kiezen. Maar er moeten uren gegeven worden die daadwerkelijk nodig zijn in een gezin. Bepaald door de kraamverzorgende in samenspraak met de verloskundige. Met wel een regel voor inzet max uren.