Dat schrijft Kuipers in een brief aan vijftien zorg- en branche-organisaties. De bedoeling is dat alle mensen met een spoedzorgvraag (een miljoen per maand) bij zo’n zorgcoördinatiecentrum (ZCC) terechtkomen.
Op die manier krijg je volgens de minister een “eenduidige triage, passende zorginzet en regie op vervolgzorg”. Hij overweegt of hiervoor een apart landelijk telefoonnummer nodig is, vergelijkbaar met 112, “voor niet-levensbedreigende acute zorgvragen en voor zorgverleners die een plek zoeken voor een patiënt”.
Druk wegnemen SEH’s
Belangrijk doel van Kuipers is om de druk bij de huisartsenposten en de SEH’s weg te nemen. Bovendien wil hij het aantal SEH-stops verminderen: het aantal keren dat de eerste hulp een ambulance moet weigeren, omdat het op zijn maximumcapaciteit zit. Kuipers beloofde dit voorjaar dat hij uiterlijk deze maand zijn visie geeft op de toekomst van de acute zorg, waarin zorgcoördinatiecentra, SEH’s en concentratie van specialistische zorg centraal staan.
In het plan van Kuipers moeten alle zorginstellingen hun actuele data delen met de ZCC’s: ziekenhuizen, huisartsen, ambulances, de acute wijkverpleging, acute ggz, alle eerstelijnsverblijven, geriatrische revalidatiezorg en de acute Wlz-zorg. Daarmee kunnen ZCC’s de regie goed doen. Als bijvoorbeeld iemand belt met een acute zorgvraag of als iemand van de SEH komt en vervolgzorg nodig heeft, bepaalt een ZCC welk soort zorg hij moet krijgen en waar die patiënt heengaat.
Op Zorgvisie de reacties van onder meer: voorzitter David Baden van de NVSHA, voorzitter Dianda Veldman van de Patiëntenfederatie Nederland, voorzitter Han Noten van Ambulancezorg Nederland, Bestuursvoorzitter Jolanda Buwalda (Omring en bestuurder ActiZ), Voorzitter Robin Peeters (Nederlandse Internisten Vereniging), voorzitter Jacqueline de Groot van Verenso en reacties van de NVZ, de Nederlandse GGZ en de NFU.
Sturing op capaciteit
“Het doel van zorgcoördinatie is dat patiënten met een spoedzorgvraag snel worden geholpen en op de juiste plek de juiste zorg krijgen”, schrijft Kuipers. “Dat er beter zicht en sturing is op capaciteit in de regio, ‘crowding’ wordt voorkomen en doorstroom van patiënten in de acute zorgketen verbetert. Door slimmer te werken kan zorgcoördinatie ook een bijdrage leveren aan het omgaan met schaarste op de arbeidsmarkt.”
Leidend voor de vervolgzorg is op welke plek er op dat moment plaats is. Triagisten bij het ZCC bepalen vanaf volgend jaar of iemand verder wordt geholpen door een huisarts, de ggz, een wijkverpleegkundige of naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis met een geschikt klinisch bed – binnen of buiten de regio. In de brief suggereert Kuipers om 1 juli 2023 het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) op te heffen, omdat deze taken worden overgenomen door de ZCC’s.
Eén centrum per ROAZ
Kuipers laat weten dat zijn voorkeur is om één zorgcoördinatiecentrum op te richten per ROAZ-regio, hoewel hij begrijpt dat het soms werkbaarder is om voor een ‘subregio’ een eigen ZCC te hebben. Onduidelijk is wat de toekomstige rol van de huidige ROAZ wordt. Ook de taken van onder andere de zorgverzekeraars, LNAZ, GGD GHOR en zorgkantoren veranderen waarschijnlijk. Hierover heeft de minister advies gevraagd aan de NZa.
Om vaart te maken met zijn plannen, vraagt Kuipers een beperkt aantal partijen om de ZCC-structuur op te zetten: LNAZ, Ineen (eerstelijnsorganisaties), Ambulancezorg Nederland (AZN), Actiz en ZN. De andere partijen – bijvoorbeeld LHV, V&VN, NVZ, NFU, de Nederlandse GGZ, Verenso en Patiëntenfederatie Nederland – staan slechts in de cc van de brief, maar ‘kunnen wel hun inbreng leveren’.
Oscarlopescardozo@olcadvies.nl
Weer een extra bureaucratische laag erbij om een schaarste probleem op afstand te zetten. Duiken voor ministeriële verantwoordelijkheid. Afschuiven van problemen zonder oplossingen. Stoppen!
Hans Schipper
Als deze zorg REGIONAAL georganiseerd gaat worden dan ook de zeggenschap van patienten REGIONAAL organiseren. En niet top down, zoals de NPF al jaren doet. Ruimte dus voor regionale initiatieven op dit vlak.
Hygieia Consultants
Je vraagt je af wat hier speelt. De ROAZEN hebben maar beperkt gefunctioneerd en achteraf blijken er missers te zijn gemaakt. Bijvoorbeel met betrekking tot de niet acute zorg die nu in sommige regios voor inhaal problemen zorgt. De vraag die als eerste rijst is of Nederland niet te klein is voor dit een regio aanpak. De tweede vraag is of deze ontwikkeling de verdere bureaucratisering niet stimuleert. De extra bestuurslaag naast ministerie, VWS en de al bestaande ad hoc sturing met de wetenschappers. Verder sluit het aan bij de grote coupe van de Academische ziekenhuizen die menen de spil te zijn van de regionale zorg. Inderdaad voor complexe 2e en 3e lijn zorg maar niet voor de regionale reguliere “niet academische zorg”, verpleging en verzorging. Daar hebben de academiën geen kaas van gegeten en zijn veel te log en duur. Maar past wel in het straatje van een minister die zijn vorige functie nog in zijn hoofd heeft. Verder “academiseren” zal de zorg nog veel duurder en minder efficiënt maken. Goedkopere en betere alternatieven worden niet eens bekeken. En zo gaat het al jaren. Om de zoveel tijd komt er weer een andere minister die een kortdurende scoop heeft en met zijn feestfluitje beleid propageert zonder gene. Hoe lang gaat de burger dat nog accepteren in een sector die in 20 jaar 2 keer zo duur is geworden?