Hoewel er in het land al diverse goede voorbeelden zijn, is versnelling en versterking van netwerkzorg noodzakelijk. Dat vereist inzicht in kwaliteit van zorg voor zorgprofessionals, patiënten en zorgverzekeraars. “Terughoudendheid bij het delen van kennis en gebrek aan transparantie en vertrouwen maakt dat we te weinig weten over hoe en waar de zorg beter kan. Er is meer nodig”, schrijft Kuipers. Bovendien moeten zorgaanbieders profielkeuzes durven en willen maken. “Ondanks dat dit centraal zou moeten staan in iedere ziekenhuisstrategie, kunnen korte termijnprikkels en zorgen om financiële gevolgen te veel een conservatieve en gesloten houding stimuleren.”
Zorgveld aan zet
Bovengenoemde uitdagingen zijn volgens Kuipers alleen overkomelijk als alle partijen, inclusief de overheid, een extra stap zetten. Hij verwijst daarvoor naar het Integraal Zorgakkoord (IZA), waarbij het zorgveld zelf aan zet is en de overheid randvoorwaarden optimaliseert. “Het realiseren van kwaliteitsverbeteringen begint en eindigt bij zorgprofessionals zelf. Bevlogen zorgprofessionals en wetenschappelijke verenigingen identificeren samen met patiënten en patiëntenorganisaties waar de kansen liggen voor kwaliteitsverbeteringen en optimale inzet van schaars personeel en dure faciliteiten.” Vervolgens is het aan de patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars om opgedane inzichten vast te leggen en daily business van de zorgverlening te maken. “In het IZA is in dit kader bijvoorbeeld afgesproken dat partijen in verschillende tranches inzetten op het aanpassen van volumenormen voor geselecteerde aandoeningen en interventies.”
Zorgverzekeraars en zorgaanbieders in de regio hebben vervolgens de taak om kwaliteitsverbeteringen, zoals hogere volumenormen, te implementeren en daarmee in te bedden in het zorglandschap. “Dat vraagt om profielkeuzes van zorgaanbieders. Ik verwacht daarnaast van zorgverzekeraars dat zij, in het belang van de patiënt en vanwege hun wettelijke zorgplicht, het maken van profielkeuzes door aanbieders actief faciliteren en stimuleren.”
Data op tafel
Als blijkt dat een versnelling van passende zorg uitblijft, kan de overheid in enkele uitzonderingsgevallen direct sturend optreden. Daarvoor werkt Kuipers momenteel met de NFU aan de Inzet aanwijzingsbevoegdheid op grond van Wet Bijzonder Medische Verrichtingen (Wbmv) voor zeldzame aandoeningen. Daarnaast werkt hij aan kwaliteits- en toegankelijkheidsnormen voor de acute ziekenhuiszorg en met vergunningsverlening voor concentratie van interventies bij geboren hartafwijkingen. In aanvulling op deze acties, wil Kuipers de komende periode drie overheidsmaatregelen verkennen om passende zorg te versnellen en te versterken. “Gezien de demissionaire status van het kabinet dient deze verkenning vooral ter ondersteuning van de gedachtevorming van een nieuw kabinet.”
Zo onderzoekt Kuipers met veldpartijen en het Zorginstituut herijking van de kwaliteitstaken van het Zorginstituut. “Daarbij zal ik meenemen of het maatschappelijk perspectief nieuwe of andere eisen stelt aan het wettelijk instrumentarium. Het doel daarvan is dat waar nodig gerichter kan worden ingegrepen door het Zorginstituut en vrijblijvendheid bij veldpartijen kan worden verminderd.” Daarnaast wil Kuipers de mogelijkheid verkennen om niet-openbare kwaliteitsinformatie transparant te maken voor de betrokkenen indien dit van belang is bij het maken van een profielkeuze. “Dat betekent dat naast inzichten op basis van reeds openbare bronnen (zoals de Transparantiekalender van het Zorginstituut) en algemene principes, ook alle andere relevante kwaliteitsinformatie op tafel komt en indien relevant inzichtelijk is voor zorgverzekeraars en patiëntvertegenwoordigers die zijn betrokken bij de transformatieplannen.” Hierbij denkt Kuipers bijvoorbeeld aan het verplicht openbaar maken van al beschikbare data uit kwaliteitsregistraties door organisaties, maar ook aan het beter benutten van spiegelinformatie.
Profielkeuze stimuleren
Om profielkeuzes aantrekkelijker te maken, kan de overheid volgens Kuipers investeringen in kwaliteit explicieter steunen en waarderen. “Het kan voor zorgverzekeraars bijvoorbeeld lastig zijn een concentratiebeweging te stimuleren als zij onvoldoende inzicht hebben in kwaliteit of niet openbaar kunnen verantwoorden waarom bepaalde keuzes nodig zijn. Daarom kan verkend worden in hoeverre de aanwijzingsbevoegdheid op grond van de Wbmv breder ingezet kan worden voor meer vormen van hoogcomplexe medisch specialistische zorg.” Daarvoor onderzoekt Kuipers de mogelijkheid tot een randvoorwaardelijk kader dat toeziet op het doorlopen van een zorgvuldig proces bij het maken van profielkeuzes in de regio en dat kwetsbare belangen voldoende borgt. “In aanvulling op een kader met procesmatige eisen, kan ook nagedacht worden over het vastleggen van publieke normen voor bijvoorbeeld nabijheid en spreiding van zorgvoorzieningen.”
Kuipers stelt dat concentratie van specifieke interventies niet ten koste mag gaan van aantrekkelijk werkgeverschap en de kwaliteit en continuïteit van aanpalende zorgvormen. “Daarom is regionale samenwerking essentieel, waarbij in het bijzonder ook het perspectief van patiënten en burgers op de gevolgen voor het zorglandschap en het perspectief van verzekeraars op betaalbaarheid op de korte en lange termijn volwaardig meegewogen dienen te worden.” Dat geldt ook wanneer landelijke concentratie door lage volumes noodzakelijk is. “Dan is in het bijzonder van belang dat dit niet leidt tot onnodige centralisatie van zorg, waarbij grote instellingen steeds groter worden en er onvoldoende aandacht is voor de landelijke spreidingsopgave.” Het IZA en de ROAZ- en regioplannen zijn volgens Kuipers hét aangrijpingspunt om met netwerkzorg, concentratie en spreiding aan de slag te gaan. “Langs deze weg kunnen samenwerkende partijen zelf invulling geven aan de best passende zorg in iedere regio en is wet- en regelgeving ondersteunend en niet leidend bij de (her)inrichting van het zorglandschap.”
wulf@mede-menszijn.nl
Zorg concentreren. I.p.v. dat we de specialisten naar de over het land verspreide centra laten reizen, bijv met `trauma`helicopters laten we dagelijks honderden patiënten en hun familes (met CO2 uitstoot) in files staan naar nog enkele overgebleven geconcentreerde centra…
lbaas
Kuipers lijkt wel erg ver op te schuiven naar een NHS-achtige centrale regie van het zorglandschap. Verliest hij daarmee niet de verbinding met de realiteit en cultuur van dat landschap?