Paramedic in ambulance talking on radio with surgical mask for safety and protection during COVID-19 Usage: Journal Inside 41186_021_004 (2020) Usage: Journal Inside 41186_021_004 (20201126) *** Local Caption *** © Silvia Bianchini / Getty Images / iStock
De toenemende zorgvraag en de schaarste aan personeel doen ook in de acute zorg de druk toenemen. Om de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg nu en in de toekomst te garanderen, komt minister Kuipers met zijn beleidsagenda voor de acute zorg. Hieruit blijkt dat het zorglandschap er de komende jaren flink anders uit kan gaan zien. “Verandering is nodig om ervoor te zorgen dat iedereen die dat nodig heeft tijdig goede acute zorg kan ontvangen op de juiste plek: van de huisarts, huisartsenpost (HAP), ggz, wijkverpleging, ambulance, spoedeisende hulp (SEH), verloskundige, apotheek of een van de andere partijen in de brede keten van acute zorg. Deze verandering kan alleen worden bereikt als partijen in de zorg samenwerken met goede en toegankelijke zorg voor de patiënt als doel”, schrijft Kuipers.
De beleidsagenda bevat drie kernpunten. Het eerste daarvan is de kwaliteit en toegankelijkheid van de acute zorg. “Op kwaliteit mag ook door drukte niet worden ingeboet. Daarom zet ik in op het doorontwikkelen van kwaliteitsnormen voor de hele keten, naleving van kwaliteitsnormen en inzicht in gegevens over kwaliteit”, aldus de minister.
Schijnveiligheid
Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat de 45-minutennorm voor de bereikbaarheid van spoedeisende hulp wordt afgeschaft. De minister noemt deze norm “niet medisch onderbouwd”. In plaats daarvan worden medisch onderbouwde kwaliteitsnormen ontwikkeld voor aandoeningen waarbij tijd een factor van belang is. Dit zal ook betekenen dat op bepaalde plekken de spoedeisende hulp niet in de huidige vorm blijft bestaan.
“Voor veel mensen zal het een veilig gevoel geven als er een huisartsenpost of SEH om de hoek zit”, schrijft Kuipers. “Dit is echter een schijnveiligheid als de veiligheid en kwaliteit van acute zorg niet kan worden geborgd. Hiervoor zijn voldoende bekwame zorgmedewerkers nodig om deze zorg te verlenen. Het toegankelijk (in de zin van beschikbaar voor de patiënt) houden van kwalitatief goede acute zorg, vraagt dus om het vinden van een goede balans tussen zorgvraag, beschikbaarheid van voldoende zorgmedewerkers met voldoende ervaring, een juiste plek met juiste faciliteiten en het borgen van kwaliteitsnormen, inclusief tijdigheid van zorg voor specifieke tijdkritische aandoeningen.”
Zorgcoördinatiecentra
De minister kondigde eerder dit jaar al aan dat hij vanaf juli volgend jaar de coördinatie van de acute zorg aan speciaal hiervoor ingerichte zorgcoördinatiecentra wil laten. Dat is op de beleidsagenda het tweede punt. Een vijftal brancheorganisaties gaat de komende maanden aan de slag om de minister voor het eind van het jaar te adviseren over de invulling hiervan. Zorgcoördinatie moet ertoe leiden dat patiënten snel op de juiste plek worden geholpen. Daarvoor is ook zicht nodig op de capaciteit die zorginstellingen hebben. De minister wil dan ook dat alle zorginstellingen informatie gaan leveren aan het reeds bestaande Landelijk Platform Zorgcoördinatie (LPZ).
De minister benadrukt dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen patiënten met een acute zorgvraag en levensbedreigende spoed. “Het gaat hierboven over spoedzorgvragen die een patiënt of een zorgverlener als acuut ervaart, maar niet om levensbedreigende situaties. Daarvoor is de meldkamer via het alarmnummer 112 de aangewezen plek. Dit vraagt aan de ene kant om duidelijke splitsing van taken en vragen die op de meldkamer ambulancezorg of juist in een zorgcoördinatiecentrum worden uitgevoerd, en tegelijkertijd om een zeer nauwe samenwerking. Vooral waar het de ambulancezorg betreft, is het cruciaal dat de splitsing tussen levensbedreigend en andere spoedzorgvragen helder is, waarbij rekening wordt gehouden met de wettelijke taken van de meldkamer ambulancezorg, de noodzaak van multi-inzet met politie en brandweer en opschalingsmogelijkheden bij crises. Deze uitwerking zal in nauwe samenwerking met het meldkamerveld tot stand moeten komen.”
De minister overweegt een apart landelijk telefoonnummer. In andere landen zijn hier goede ervaringen mee opgedaan.
Regionale plannen
Het derde en laatste kernpunt op de beleidsagenada voor de acute zorg is samenwerking, tussen partijen in zorgketens en op regionaal niveau. Omdat elke regio zo zijn eigen opgaves in de zorg heeft, moeten daarvoor eerst regionale plannen worden opgesteld. Dat gaan Regionale Overleggen Acute Zorg (ROAZ’en) doen. “In dit plan worden in ieder geval afspraken gemaakt over zorgcoördinatie, het verhogen van de kwaliteit en het naleven van kwaliteitsnormen, differentiatie, concentratie en spreiding en gezamenlijke voorzieningen in de keten (zoals een spoedplein/integrale spoedpost)”, laat minister Kuipers weten.
Zorgvisie organiseert op 3 november in Utrecht het congres Acute zorg. Meld u vandaag nog aan en doe kennis op van laatste inzichten en trends over de acute zorg!
Gespecialiseerde ziekenhuizen
Differentiatie is volgens de bewindsman nodig voor de beste kwaliteit van zorg. Dat betekent dat er meer gespecialiseerde ziekenhuizen moeten komen. “De acute zorgvraag van patiënten bestrijkt zo’n breed gebied, dat het belangrijk is dat niet alle zorgaanbieders alle soorten zorgvragen opvangen. Niet alles kan overal en niet alles hoeft ook overal. De relatief korte afstanden in Nederland maken dit ook goed mogelijk. De expertise van de zorgaanbieder waar de patiënt wordt geholpen, inclusief de aanwezigheid van specifieke faciliteiten en bemensing, is daarbij van belang. Dit geldt zeker voor meer complexe zorgvragen. De praktijk is daar ook al deels op ingericht. Bij een aantal aandoeningen gaat de ambulance – afhankelijk van de diagnose ter plaatse – idealiter niet per definitie naar de SEH van het dichtstbijzijnde ziekenhuis, maar naar een van de gespecialiseerde ziekenhuizen.”
Behoud en opleiding zorgmedewerkers
De minister gaat zelf aan de slag om de randvoorwaarden voor deze hervorming van acute zorg te scheppen. “Met regelgeving en subsidie wordt gewerkt aan het verbeteren van gegevensuitwisseling. Ik ga onderzoeken wat de kansen en risico’s zijn van een mogelijke aanpassing van kaders voor de bekostiging en inkoop van acute zorg en ik ga verkennen welke aanvullende instrumenten de overheid in kan zetten om samenwerking in de acute zorg te versnellen, mocht dit nodig blijken te zijn. Ook zet ik, samen met de minister voor Langdurige Zorg en Sport (LZS), in op behoud en opleiding van zorgmedewerkers. Want zonder al die zorgmedewerkers die, soms onder hoge druk, hun werk doen, zijn we nergens”, aldus VWS-minister Ernst Kuipers.
Milamber
Voor wat betreft de “zorg coördinatie centra” (ZCC). Dit zorgt er nu al voor dat de kwaliteit op moment hardhollend achteruit gaat. Afgelopen week heb ik hierdoor wederom 3 collega’s zien vertrekken die het het beleid zoals het nu wordt neergezet en de daaruit voortvloeiende veranderingen, niet meer zien zitten.
Elke week vallen er enkele ambulances uit ivm tekort aan personeel.
De toename van de hulpvragen op de 112 nemen alleen maar toe. Dit zijn o.a. ook hulpvragen van mensen op straat. Daar krijg je geen huisarts naar toe (tijdens werkdagen hebben die al moeite om de eigen praktijk draaiende te houden en van de spoedposten die na 17.00 en in het weekend waarnemen hoef je dit al helemaal niet te verwachten).
Veel frustratie in de afstemming en uitgifte van ambulance ritten wat alleen maar gaat toenemen zodra de regie hiervan bij het ZCC komt te liggen op afstand. Communicatie tussen de 112 aanname is dan alleen nog maar digitaal mogelijk. Voorbeeld: aanname 112 en triage hiervan in Apeldoorn, uitgifte van een daaruit voortkomende rit valt onder de verantwoording van de uitgifte in het ZCC in Zwolle. Overleg is niet of nauwelijks mogelijk omdat de aanname-centralist in Apeldoorn weer bezig is met een volgende 112 melding.
Neem dit voorbeeld mee in een opgeschaalde setting, bijvoorbeeld eengroot ongeval met meerdere slachtoffers waarvoor een multi-inzet nodig is met politie, brandweer, ambulance, mmt etc. en de chaos is compleet.
Door het opheffen van de “schijnveiligheid” waar de minister het over heeft, zorgt ervoor dat een ambulance langere reistijd nodig heeft voordat een patiënt op een eerste hulp gestabiliseerd kan worden. Deze ambulance is hierdoor langer bezet. Deze ambulance kan met een beetje pech ook nog eens aansluiten bij andere ambulances die nog aan het wachten zijn om hun patiënt veilig over te kunnen dragen alvorens ze weer retour kunnen. Dit komt nu helaas al voor maar zal vaker voorkomen als er minder eerste hulp afdelingen in de buurt zijn. De capaciteit van ambulances neemt alleen nog maar af. Er zijn wel ambulances, gloednieuwe zelfs. Maar die staan in de garage. Wachtend op personeel…